Stilte in mij
Opgedragen aan de onmogelijkheid om woorden te vinden voor de onuitsprekelijke stilte in mij.
De nachten zijn blauw en diep. De tijd droomt, straten glimmen vaag. Er ligt twijfel in de plassen. Een witte stilte glijdt zachtjes in het duister. Dichteres en kunstenares tasten in clair-obscur naar een veruitwendiging van wat binnenin, buiten gehoorafstand, plots barstte.
Er is een afwezige derde die zich niet op het voorplat, maar tussen de plooien van het papier schuilhoudt. Een naam die niet langer de dagen lengt. Tussen al dat wit en duister blozende pioenen voor een raam; ook met ingehouden adem lossen de petalen genadeloos.
De meesterlijke dagboekschetsen en houtsneden van Goedele Peeters zijn het resultaat van een dagelijks ritueel om greep te krijgen op het verlies van haar moeder. Marleen de Crée dichtte de meanders van emotie en plastisch werk tot een symbiose tussen drie vrouwen: de moeder, de grafica en zijzelf.
Laat hier, in de afstand tussen verlangen en gemis, het verleden ingepakt blijven.
Drietalige uitgave met vertaling naar het Frans door Frans De Haes en het Engels door Willem Groenewegen.
Knipsel
alsof ze pas was uitgegaan,
alsof ze iemand hoorde in
haar droom. stilte blies haar
aan. lakens als een open
veld in een kamer, wit-
gesneeuwd met niets. wind
rolde de schaduwen
voor zich uit. de bomen
ademden voorzichtig het verlies.
Over de auteur
Marleen De Crée (Bree, 1941) werd talrijke malen onderscheiden, o.a. met de Provinciale Prijs van Antwerpen voor Poëzie, de Maurice Gilliams- en de August Beernaertprijs (KANTL) en de Prijs van de Vlaamse Poëziedagen. Zij publiceerde een 25-tal dichtbundels en twee verzamelbundels. Haar gedichten werden opgenomen in talrijke tijdschriften, bloemlezingen en in bibliofiele projecten met grafici en fotografen. Haar poëzie werd vertaald in het Frans, Engels en Duits.
Goedele Peeters (Mortsel, 1960) is docente aan de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten Berchem, geeft workshops en lezingen in binnen- en buitenland en neemt deel aan individuele- en groepstentoonstellingen in binnen- en buitenland. Zij werd regelmatig gelauwerd. Werken van haar zijn in het bezit van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie Antwerpen, het Prentenkabinet en de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen, het Masereelcentrum, de Hoofdbibliotheek Albertina te Brussel en in privé collecties. Zij is vaste exposante bij Galerie Pinsart te Brugge. [www.pinsart.be]
Nele Lambrichts – :
Deze stilte deint en beukt, omringt ons permanent op een afwisselend geruststellende en onheilspellende wijze, kleeft aan ons als een huid die ons inpakt, verwarmt of bevriest…
In snelle penstreken worden een landschap, een ruimte, een universum opgeroepen, waarin de mens echter lijkt te ontbreken. (…) De ogenschijnlijke monotonie van de voorstellingen brengt ritme en structuur aan, helpt te verbeelden en te verwoorden wat zich niet laat symboliseren. (…)
De tekst verschijnt in een broze typografie, zonder hoofdletters, omringd door een zee van wit. (…)
De gevoelens van verlies en zelfverlies zijn hier intens aanwezig, maar ze worden niet verteld, wel subtiel geënsceneerd en gedramatiseerd. Op die manier is De Crée erin geslaagd om de dramatiek van de wereld uit de schetsen van Peeters perfect poëtisch te verklanken. Daarbij maakt zij optimaal gebruik van het enorme gamma aan taal- en stijlmiddelen dat dichters ter beschikking stat. Onopvallend is de perfecte balans van klank en ritme. De poëtische zegging wordt daardoor herkenbaar, maar tegelijk ook gedragen van toon (…)
Even geraffineerd als dat klankenspel is het gevoel voor zinsritme en herhaling. (…)
De gedichten van Stilte in mij blijven – ook na herhaaldelijke lectuur – ondoorgrondelijk. Die gelaagdheid hangt samen met het taalregister dat De Crée zich de afgelopen decennia heeft eigen gemaakt. (…) Een intensere liefdesverklaring – aan de overledene, aan de lezer, aan de poëzie – is nauwelijks denkbaar.
Dirk de Geest, Poëziekrant
Nele Lambrichts – :
Wie aandachtig door de fraai uitgegeven bundel bladert, voelt een besef van gemis. Dat besef verstikt niet, noch dringt het zich op. Het is als het ware verweven met het beeldend werk en de teksten, als een draadje door een stuk stof. (…) Peeters legde haar emotie in houtsneden en acryl-schetsen vast. Vooral die laatste techniek, die sterk aan de aquarel doet denken, werkt in dit geval bijzonder. Zij levert licht opgezette ‘gedachten’ in kleur op.
(…) Bij De Crée overheerst, zoals in al haar werk, het niet-overheersende. Zij gebruikt zelfs geen hoofdletters aan het begin van een zin. Haar verzen hebben daardoor een aangename ingehoudenheid. Het past goed bij het thema verlies. Iets dat sluimert en een beetje schrijnt, heeft een waarachtiger impact dan een kakofonie van emoties.
(…) Stilte in mij is algemeen invoelbaar en op een subtiele manier troostrijk.
Erick Kila, Vrijzinnig Antwerps Tijdschrift
Nele Lambrichts (geverifieerde eigenaar) – :
In een gezamelijk project met beeldend kunstenaar Goedele Peeters brengt Marleen de Crée in de uitzonderlijk mooi vormgegeven bundel Stilte in mij een reeks gedichten bijeen rond het thema van verlies en rouw. (…)
Hoe voorzichtig, hoe ingehouden verder in de bundel het verlies wordt benaderd, blijkt uit het beeldenarsenaal dat De Crée naar voren schuift: mist, gedoofde lichten, de wind die fluistert… In een al even vaag en onvatbaar blijvend spel van samenhang tussen een zij en een hij, tussen een ik en een jij wordt het grensgebied tussen droom (vaak geassocieerd met de slaap) en werkelijkheid in kaart gebracht. (…)
Stilte in mij is een krachtig poëtisch en beeldend antwoord op de vraag hoe om te gaan met afscheid en verlies.
Jooris van Hulle, Kunsttijdschrift Vlaanderen
Nele Lambrichts (geverifieerde eigenaar) – :
Het gebeurt niet vaak dat een recensent aandacht besteedt aan een bundel als kunstobject. Stilte in mij, een bundel die gedichten van Marleen de Crée bij beeldend werk van Goedele Peeters bevat, valt echter onmiddellijk op door de aparte vormgeving, en moet niet onderdoen voor My funny Valentine (2015) van Roger de Neef en Michael Bastow. Meester typograaf en uitgever Alexander Stols (1900-1973) zou deze bundels met liefde in de hand hebben genomen. (…)
Stilte in mij is een bundel die veel gedachten en heel veel beelden nieuw leven inblaast.
Romain John van de Maele, Meander
Nele Lambrichts (geverifieerde eigenaar) – :
De verzen zijn kaal, kort, aarzelend en vaak elliptisch. Sommige zinnen worden niet afgemaakt. Er wordt veel weggelaten. Er zit verlies in deze gedichten – verlies dat voorzichtig en met trage blik afgetast wordt. Op die manier slaagt Marleen de Crée er wonderwel in om winst te puren uit dit verlies. (…)
In de herhalingen bezweert zij de leegte en de tijd. Met haar woorden tracht Marleen de Crée de dingen eindeloos te maken. Of zoals ze het zelf schrijft: ‘tussen de woorden groeide een eindeloze traagheid’.
Jan Geerts, 2 november 2018
Nele Lambrichts (geverifieerde eigenaar) – :
Opmerkelijke aan al deze voorstellingen (van Goedele Peeters) is evenwel de afstandelijke, haast oosterse rust die ze uitstralen. (…) De stite lijkt zo hier rond te waren, gestold tot beelden. (…) De bundel is daardor een monument zoals de antieke dichter Horatius zich dat voorstelde: “Exegi monumentum aere perennius”, een monument sterker dan brons. (…)
In haar gedichten weet Marleen de Crée die complexe ervaring van de rouw — door Sigmund Freud niet toevallig een heuse ‘rouwarbeid’ genoemd — perfect in woorden te vatten. Poëzie is inderdaad het geprivilegieerde medium om woord en stilte, gedrukte letters en een witte ruimte tegen elkaar uit te spelen, en ook in haar eerder werk heeft De Crée die moeiljke uidaging (niet te veel, maar ook niet te weinig) uitmuntend gerealiseerd. (…)
En toch, die stilistische brille kan nog niet verklaren waarom er van de gedichten uit Stilte in mij zo’n bezwerende kracht uitgaat. De gedichten blijven — ook na herhaaldelijke lectuur — deels ondoorgrondelijk, maar dat maakt ze niet minder fascinerend. (…)
De drie vrouwen in Stilte in mij dragen ieder hun leven mee als een sluier van geheimen, en voor de lezer versmelten ze zelfs met elkaar: wie is aan het woord, wie wordt toegesproken? Wat echter onder de pen van veel hedendaagse dichters zou verworden tot een universum van onzekerheid en paranoia, blijft hier bij uitstek humaan. Het slotakkoord is er een van verbondenheid en hoop. Poëzie is een levensles die verwart maar in die verwarring ook verrijkt. Wie leest, schrijft mee, wordt anders en daardoor zichzelf. (…) Een betere liefdesverklaring — aan de overledene, aan de lezer, aan de poëzie — kan ik mij niet voorstellen.
Dirk de Geest