20,00

Tussen boog en snaar

Auteur: Marleen de Crée

Een dichtersleven vereist, in het beste geval, een lange adem. Ook mag de dichter niet meteen op alles applaus verwachten. Marleen de Crée is gelukkig een dichter die zich nergens wat van aantrekt. Niet van modes – die zijn voorbijgaand -, niet van voorschriften – die zijn er om omzeild te worden – en niet van literair-politiek gekonkelfoes – daarvoor is zij te recht-door-zee -. Het heeft haar gemaakt tot de dichter die via deze uitgave de Parnassus op wordt geduwd. Tussen boog en snaar is een bloemlezing van elementaire gedichten, elementair omvat hier wat sinds de presocratici de oerelementen van de kosmos en het leven zijn genoemd: aarde, lucht, water en vuur. Die elementen zijn wortels van de Crée’s poëzie. De tegenstellingen licht en donker, dag en nacht, zon en maan worden metaforen voor de aantrekking en de afstoting, de afwisseling van warmende en verkillende momenten in menselijke relaties, de fusie en de distantie van de liefde.

In de gedichten van Marleen de Crée gloeit de ziel met het vuur van het woord. Zoals voor Heraclitus is ook voor haar de ziel zuiver vuur.

Knipsel

ik zeg je, Plinius, het is september.
de dichters keren in ’t getij.
vruchten rijpen aan de warme muren,
vergeet dat niet: het zijn de laatste uren
van de zomer. warmte, niets kan nog gebeuren.
het zijn de stille dagen van het jaar,
want alles wordt geduldiger gedragen
in veelvoud van de laatste dracht.
…/…
september weet wat dierbaarheid betekent
en liefde tekent schaduwen van was.
ik zeg: voorzichtigheid werd ooit berekend
aan de contouren van een waterglas.
de druiven, Plinius, de laatste schragen
van wat een dichterzomer was.

Over de auteur

MARLEEN DE CRÉE werd talrijke malen onderscheiden, o.a. met de Provinciale Prijs van Antwerpen voor Poëzie, de Maurice Gilliams- en de August Bernaertprijs en de Prijs van de Vlaamse Poëziedagen. Zij publiceerde een 20-tal dichtbundels en gedichten werden opgenomen in tijdschriften en verzamelbundels in Vlaanderen en Nederland.

Recensies

  1. :

    Niemand zal tegenspreken dat Marleen de Crée met deze ruime bloemlezing uit haar werk de plaats krijgt die haar toekomt (…), een die kadert in een niet aflatende zoektocht naar echtheid, naar een andere en leefbare werkelijkheid die in haar subtiele taal , haar rijke metaforen, haar dichotomieën en haar omzichtige aarzelende schriftuur een meesterlijke vormgeving heeft gevonden.
    Poëziekrant

    In het poëzielandschap dat vandaag al te dikwijls verdrinkt in al te hoog geprezen prozaïsch geharrewar is de dichterlijke stem van Marleen de Crée bijzonder zeldzaam.
    De Auteur

  2. :

    De bloemlezing omvat hermetischen maar niet ontoegankelijke, soms wel wat ronkerige gedichten, waarin de schoonheid van het woord, van het beeld, van de synesthesie en van het koppel concreet-abstract erg belangrijk zijn.

    (…) Belangrijke constanten in het oeuvre van De Crée, zoals ook de vrije sonnetvorm, worden in het nawoord belicht door Joris Gerits, emeritus hoogleraar Nederlands Letterkunde aan de UA. Hij verbindt deze poëzie met filosofie, beeldende kunst, proza en andere poëzie. Aan Gerits is en huldegedicht opgedragen in de afdeling ongepubliceerde verzen, getiteld ‘Allemaal vrienden’. 

    De Leeswolf

SKU: 26 Categorie: Tags: ,