Staties naar Caravaggio
Wie in Staties een verwijzing leest naar het oude kerkelijke ritueel van de Kruisweg, heeft gelijk: twee ongewone “kruiswegen” vormen respectievelijk begin en einde van de bundel. De eerste werd geïnspireerd door tien schilderijen van Caravaggio, die door de dichter gelezen werden als een soort biografie van een wellicht imaginaire maar zeker ook mystieke ‘heilige’ van alle tijden.
De andere vond zijn oorsprong in de twaalf staties van de kruisweg die Armand Demeulemeester destijds schilderde voor de trappisten van Westvleteren, en bekeken werden door de bril van de verrassende ‘naakte jongeling’ uit Marcus 14:50-52. Daartussenin ligt in drie hoofdstukken de neerslag van vele alledaagse ‘staties onderweg’, die voor dichter en lezer telkens opnieuw worden rechtgezet door achtereenvolgens landschappen, mensen en woorden.
Knipsel
II.
Eerst was er de wind (maar ook het ruisen
en het donker van de nacht, waarin
het huilen van een kind). En water
was er ook (maar dat is ander ruisen,
als een zijden lint van honger in de
ogen van dat kind). Veel later pas,
toen het woord ‘eeuw’ al lang was uitgevonden,
was er dan de stad (een stenen ruisen,
een betonnen lint, en een in bloeden,
hongerdroom en tijd verloren kind)
Over de auteur
Jos Stroobants (Leuven, 1948) was lang actief in het vormingswerk. Hij publiceerde negen dichtbundels, enkele bloemlezingen en vele diverse bijdragen in boeken en tijdschriften. Hij werkte vaak samen met com-ponisten, als Vic Nees, Raymond Schroyens, Jan Valach en Kurt Bikkembergs, en zijn werk werd meer-maals bekroond. Hij is ook uitgebreid actief in theater en muziek.
Nele Lambrichts – :
Over Staties naar Caravaggio:
Hier is een dichter aan het woord die zijn waren muze kent en er zijn lezers ook mee laat kennismaken.
De Kovel