Winkelmand bekijken “Mascara” is toegevoegd aan je winkelmand.

 15,00

Zie ik mezelf, ik ben een tak

Auteur: Anne van Herreweghen Hubert van Herreweghen

In dit boek plaatst Anne van Herreweghen gedichten van haar vader Hubert naast haar pentekeningen. De titel van het boek ‘Zie ik mezelf, ik ben een tak’ is ontleend aan het gedicht Sedentair  uit diens bundel Aardewerk . Met een voorwoord door Roger Henri Marijnissen.

Knipsel

Ik wou altijd een tak zijn.
Zie ik mezelf, ik ben een tak.
Boven het sober gras,
boven de roes der kruiden,
hangt hij te wiegen en te wuiven,
terwijl de vilten lucht zijn bast
gelijk de wind het wil, betast.
Niet ik ga naar het Noorden of het Zuiden
maar wind en stuifmeel en de duiven.
En ’t wachten is een barse winter tot
barst het mirakel van een bot.

Over de auteur

ANNE VAN  HERREWEGHEN is schilder en tekenaar. Zij maakte 100 schrijversportretten in pen voor Dietsche Warande & Belfort  en ook een aantal voor Vrij Nederland  en De Standaard.  Voor beide bladen illustreerde ze jarenlang columns. Zij schilderde een aantal portretten in opdracht, waaronder 35  portretten van hoogleraren en het officiële portret van Herman van Rompuy voor de portrettengalerij van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Zij maakt grafisch werk en illustreerde tot op heden een veertigtal boeken waaronder zeven poëziebundels van haar vader Hubert van Herreweghen, twee haikubundels van Herman van Rompuy en twaalf boeken in opdracht van Uitgeverij P , Leuven. Anne van Herreweghen woont en werkt in Leuven.

www.annevanherreweghen.be

HUBERT VAN HERREWEGHEN (Pamel, 1920), een van de belangrijkste Vlaamse dichters van de 20ste eeuw, publiceerde meer dan 15 dichtbundels en enkele bibliofiele uitgaven. Bij Uitgeverij P verschenen Een Brussels tuintje (1999), Een lamentatie van de melaatse koning (2005), Het is een geur die ge moet vinden (2008), Webben en wargaren (2009) en Korte Metten (2011). Van Herreweghen ontving de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie in 1962 en de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 2006. Herman de Coninck noemde hem ooit ‘de meest warse taalknarsende vernieuwer’.

Recensies

  1. :

    Van Herreweghen blijft eigenlijk verbazen. Is het niet met klankmagie en exotisch aandoende woorden – recent trof ik zelfs gedichten aan over boernoes en djellaba’s – dan is het o.a. met de zuiverheid van lijn waarmee hij zijn miniaturen maakt. En hoe hij daar dan leven in brengt met al wat kruipt, vliegt en staat, totdat het een feest wordt voor de zinnen. Van Herreweghen zet prenten voor ons neer waaraan hij met enkele woorden licht ontlokt, alsof dat licht van binnenuit kwam.

    Stefaan Evenepoel, Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde

  2. :

    Hubert van Herreweghen heeft in zeventig jaar dichterschap een hoogst interessante ontwikkeling doorgemaakt. … en met het klimmen der jaren klampt hij zich niet vast aan wat hem zo vertrouwd is, maar voltrekt zich stap voor stap een poëtische bevrijding die ik fascinerend vind.

    Piet Gerbrandy, Ons Erfdeel

  3. :

    Van Herreweghen is de man van de seizoenen, het weer, het landschap van het Pajottenland, de dieren des velds – al datgene wat de tijd duidelijker uitdrukt dan de atoomklok kan, want de atoomklok zegt niets over de dood.

    Staalkaart