Monobiblos
Lieflijke bosjes, weiden en wouden. Een kabbelend beekje omzoomd door viooltjes. Een zwoel briesje en koele grotten. Die schilderachtige natuur wordt bevolkt door nimfen en goden. Ook de dichter en zijn geliefde komen er; soms wijst zij hem af, vaak vrijen ze daar, ze zoenen en zoenen en zoenen tot hun ziel en hun adem versmelt. Maar er zijn ook andere thema’s in deze poëzie: drinken met vrienden, de ontvoering van een prachtige jongen, en de dichtkunst zelf en goddelijke inspiratie.
Over de auteur
Daniël Heinsius (Gent 1580 – Leiden 1655) geldt als de belangrijkste Latijnse dichter van de Lage Landen uit zijn tijd. Hij schreef ook voortreffelijke gedichten in het Oudgrieks en Nederlands en was een vooraanstaand hoogleraar aan de Leidse universiteit. Maar zijn faam berust vooral op de zoetvloeiende, soms bevlogen Latijnse liefdespoëzie uit zijn jonge jaren. De gedichten in deze bundel zette Heinsius apart van zijn andere poëzie, onder de titel Monobiblos, Afzonderlijk Boek, vanwege het aparte, vrijgevochten karakter
dat hij aan ze toekende.
Harm-Jan Van Dam was hoofddocent Latijn aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zijn voornaamste specialisme is de Latijnse poëzie uit de klassieke oudheid en de renaissance. Hij was ruim twintig jaar redactielid van Filter, Tijdschrift over vertalen en won enkele malen een poëzievertaalwedstrijd. Naast Lof der Zotheid van Erasmus vertaalde hij onder andere Priapea, de meest obscene Latijnse dichtbundel uit de oudheid
Recensies
Er zijn nog geen reviews.