Kantelingen
‘En in het spaarzaam spelende licht,/ Viel de schaduw van je tranen-/ Je raapte hem op, stak hem in je binnenzak, vertrok.’
In haar tweede bundel drukt Vera Beerten haar verwondering uit over de verrassende wendingen in het leven van elke dag.
In vijf beklijvende cycli slaagt ze erin de tragiek van het menselijk betaan in alle sereniteit te verwoorden. Gedichten uit de cyclus Kinderszenen toveren spontaan een glimlach op het gezicht van de lezer: ‘Als ik er aarde in doe en overgiet met water,/ Groeien mijn tanden dan sneller-‘ Ogenschijnlijk kinderlijk naïve en onschuldige praatjes maken plaats voor ijzingwekkende verzen in Kindertotenlieder. Beerten schrijft hier sarcastische aftelrijmpjes n.a.v. een ongeval met een veerpont, waarbij 35 schoolkinderen de dood vonden in het ijskoude water. De titel Kantelingen geldt dus meermaals ook in de letterlijke zin van het woord.
Kantelingen is een waardige en originele opvolger voor Beertens met lof onthaalde debuut Dooraderd licht.
Knipsel
We lagen in ons bed van middagzon,
Uit elk verband,
Uit elke geschiedenis verbannen.
Vogels vlogen op uit ons verstand –
De huid die om ons heen zat, loste.
We vloeiden uit en over elkaar –
Werden zee, zwommen zonder handen
En op het voor ons uitverkoren strand
Stonden engelen op wacht
Met toeters, wimpels en bellen.
Over de auteur
VERA ALEXANDER BEERTEN (Hasselt, 1957), lic. godsdienstwetenschappen en wijsbegeerte (KULeuven), publiceerde in tijdschriften als Diogenes en Deus ex Machina. Zij trad op tijdens verscheidene poëziemanifestaties (o.a. De Nachten van de Poëzie in Antwerpen).
jancorbeels – :
Over Dooraderd licht:
‘Een mooie, gave bundel die sereen is. (…) Bezinnende gedichten uit een rijk gemoed.’ (De Vrijzinnige Lezer)
‘… steekt boven de middelmaat uit. (…) De gedichten maken een doorleefde en evenwichtige indruk. Uitstekende taal!.’ (Ambrozijn)
Over Kantelingen:
‘Doorheen gans de bundel voel je de empathie, de immense betrokkenheid van de dichteres.’ (Stroom)