Kant-Tekeningen
Op een poëziegebeuren aan de Rijks Hogere Kunstacademie te Etterbeek ontstond een spontane kruisbestuiving: Theo De Smedt maakte litho’s bij de Celan-cyclus van Antoon Van den Braembussche. De kunstwerken van De Smedt vormden een unieke inspiratiebron voor een nieuwe serie gedichten. De band tussen litho’s en verzen belichaamt een parallel aftasten van gelijkzinnige werelden, waarin woord en beeld een affiniteit opzoeken die in feite onuitsprekelijk en onuitbeeldbaar is.
Van den Braembussche verkent het sublieme, het visionaire en het kosmische. De Smedt antwoord met explosieve, intense kleuren en met een herkenbare plastische signatuur.
Kant-tekeningen, gedichten in de marge van de litho’s, steendrukken in het wit tussen de dichtregels.
Bovendien kan de lezer op de bijgevoegde cd 14 gedichten beluisteren, op muziek gezet door componist Erik Claeys.
Knipsel
Elke kleur zoekt haar eigen vluchtlijn. Terwijl,
buiten beeld, elk woord om erkenning smeekt.
Terwijl de muziek moeiteloos haar hand uitsteekt.
De dans de ruimte inlijft. De speelruimte tussenin.
Niet het leven zal heersen noch de dood.
Maar de tussenruimte, de dubbelzijdige.
Waarin alles in elkaar grijpt, zich eindeloos
Vertakt en verliest in Andalusische hunkering.
Wat voorbij het beeld onzichtbaar werd
Wordt aan gene zijde van het woord onzegbaar.
Wordt voorbij de muziek: enkel leegte, mystiek.
Terwijl de dans het lichaam langzaam achterliet.
Over de auteur
ANTOON VAN DEN BRAEMBUSSCHE (Eeklo, 1946) studeerde Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen aan de VUB. Hij doceerde jarenlang kunstfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is momenteel deeltijds professor Kunstkritiek aan de VUB. Kant-tekeningen is zijn vijfde dichtbundel. THEO DE SMEDT (Aalst, 1938) is schilder en graficus. Na zijn studies specialiseerde hij zich in de lithografie onder leiding van Rudolf Broulim. 'Als lithograaf getuigt Theo van een benijdenswaardig meesterschap. (...) De explosie van kleuren, van vlakken, van breuklijnen is altijd onvoorspelbaar, maar wordt gevoed door een heel eigen epicentrum dat borg staat voor een herkenbare stijl, een herkenbare plastische signatuur.' (Grafische Kunst in Vlaanderen)
jancorbeels – :
Over Liefdesverklaring (1979):
‘Dit is meteen de zelftucht van deze poëzie: een chaos herleiden tot eenvoud, het rapporteren van de spanning tussen de conceptuele gecondenseerdheid enerzijds en een begrijpelijke parlandotaal anderzijds. Brem (schuilnaam voor Van den Braembussche) is een meesterlijke getuige van die spanning.’ (Yang)