16,00

Blauw slik

Auteur: Stefaan van den Bremt

Van Dale vermeldt onder het lemma ‘slik’ ook ‘blauw slik’, met als verklaring: ‘diepzeeafzetting langs de randen der continenten’. Een zomers bezoek aan de jachthaven van het plaatsje Pauillac in de Gironde confronteerde de dichter met een zeer aardse werkelijkheid: het blauw van de zuiderse hemel dat zich had ingegraven in het slib waarin bij laagtij elke drang naar varen vast moest lopen. Op het eerste gezicht een visioen van onmacht. Bij nader inzien een utopische belofte van verzoening tussen hemel en aarde.

Zoals alle goede dingen bestaat Blauw slik uit drie delen: een eerste met twaalf gedichten varieert het motief ‘staan’; een langer middendeel van zesentwintig gedichten volgt – Gezelle en zijn Tijdkrans achterna – de gang van het jaar, waarna een reeks van nog eens twaalf gedichten uitnodigt om te ‘gaan’. De Spaanse dichter Antonio Machado wijst de paradoxale richting aan: ‘Ga maar er is geen weg.’

Knipsel

Hier is de zee. Hier kunnen we de stad vergeten.
Of nee – het is nog niet de zee, het is de stroom
die uitmondt in de zee. Het is het zoet, het zoete
dat nu moet verzilten. Het is Dishoek, het zoekt
en kan de overkant niet vinden, en het wordt duin
en aarde wordt gezeefd tot zand.

Hier word ik woordeloos, een oor, een schelp
met daarin niets dan leegte. Waar lucht
de taal uitholt en klank rinkinkt. Hier is
bijna de zee, hier zijn we dan bijna
waar we de spraak kunnen vergeten
de mond voorbij van de rivier.

Over de auteur

Stefaan van den Bremt (1941) debuteerde als dichter in 1968 (bekroond met de prijs voor het beste literaire debuut) en publiceerde tot nog toe ruim twintig poëzietitels. Naast dichter is Van den Bremt ook essayist en een van onze beste poëzievertalers. Recentelijk verscheen bij Uitgeverij P zijn bijzonder goed onthaalde vertaling van Emile Verhaeren, Hallucinerend platteland & TententakelstedenTegelijk met Blauw slik verschijnt bij uitgeverij In de Knipscheer Van den Bremts nieuwe essaybundel, getiteld De oude wereld moe.

Recensies

  1. :

    ‘De laatste gedichten gaan o.a. over de oerknal en bevatten enkele vragen over de Schepper, maar antwoorden komen er natuurlijk niet en dat is ook niet nodig, als de vraag maar poëtisch genoeg is gesteld. En die voorwaarde is in deze dichtbundel volkomen verzekerd.’ – Tony Rombouts in De Boekhouding Recensies

    ‘Als goed vertaler heeft Van den Bremt zich verdiept in het oeuvre van de dichters die hij vertaalde. Soms resulteerde dat in eigen gedichten waarvan de inhoud, taal of gedachte tot door hem vertaalde dichters te herleiden is. Juist doordat hij inzicht geeft in dichters als Nijhoff, Roca, Apollinaire, Paz of Neruda, wordt hun werk nog interessanter.’ Ezra de Haan in Literatuurplein

    ‘Stefaan van den Bremt blijft onvermoeibaar bouwen aan zijn dichterlijk oeuvre. Enige tijd geleden verschoof daarbij de aandacht van een expliciet geëngageerde thematiek naar een duidelijker esthetischer opvatting van de literatuur. Die ‘wending’ verliep geleidelijk aan, maar droeg wel bij tot een verdieping van zijn oeuvre. Tegelijk werd ook de waardering voor zijn poëzie steeds breder. Met Blauw slik voegt de dichter weer een waardevolle steen toe aan zijn dichterlijk gebouw. Eens te meer blijkt de zin voor constructie uit de opbouw van de bundel, die is samengesteld uit drie samenhangende (haast mathematisch berekende) reeksen. Van den Bremt heeft nu al een aantal jaren lang als dichter zijn eigen territorium gevonden, met verzen die inhoudelijk complex en intrigerend zijn, en tegenlijk ook qua formele beheersing overtuigen. Blauw slik vormt van dat rijpingsproces en die louterende blik het zoveelste bewijs.’ – Dirk de Geest in Mappa Libri