14,75

De Dageraadsmens

Auteur: Lieven De Cauter

In De Dageraadsmens is het ik van de dichter nagenoeg afwezig. Lieven De Cauter gaat te rade bij vergeten of misprezen genres zoals de fabel, het leerdicht, de epische poëzie en de ballade. Zijn poëzie is nu eens barok en afstandelijk, dan weer filosofisch en ironisch. Daarbij zijn de retoriek en de overladen beelden een soort tegengif voor de pose van de diep doorvoelde soberheid. Naarmate de bundel vordert, wordt de schriftuur losser om in de laatste cyclus De Zangen van de Dageraadsmens uit te monden in een soort écriture automatique. De lectuur van deze soms wrange, dan weer geestige gedichten is zonder meer een onvergetelijke ervaring. Een must voor de liefhebber van filosofisch-prikkelende poëzie. Een krachtig debuut van een schrijver met een heel eigen stem. 

Knipsel

Er komt een tijd dat alle mensen
die zich goed gedragen naar
de maan mogen en dat de aarde
voor het uitschot is, de koppigen.

Dat zou wel eens het herstel
van het paradijs kunnen betekenen.
Van bezoekers valt alleszins
weinig te vrezen: voor toeristen
zal het veel te verschrikkelijk zijn.

Indien we dan het geduld hebben (of de kans krijgen)
een paar eeuwen te wachten, een paar eeuwen maar,
zal de aarde weer een braakland zijn, waar de mens,
per ongeluk hervallen in zijn oertoestand,
ronddwaalt als een heerlijk gesjeesde arcadiër.

Maar mooie liedjes duren
tot men het niet meer kan verdragen.
Men zal terugkeren van die kale reis,
en vertellen hoe het er was en zo,
en zeggen wat mag en niet mag,
nu men meer weet.

Of appels uitdelen zoals de vorige keer.
Dan ontbrandt de oorlog van allen tegen allen.

Ook dat blijft echter niet duren volgens Hobbes.
Want daarna begint de beschaving.
Daarna begint de beschaving weer
haar snit- en naaicursussen in te richten.

Over de auteur

Lieven De Cauter (Koolskamp, 1959) begon vroeg met het schrijven van - toen al bekroonde - poëzie. Vanaf begin jaren tachtig verschijnen sporadisch gedichten van hem in De Brakke HondDiogenesDeus ex Machina en vooral DW&B. In 1986 wordt hij in Yang tot de 'in kwalitatief opzicht betere dichters, voor het eclecticisme meer typische en wat minder productieve dichters' gerekend. Na zijn studies filosofie en kunstgeschiedenis wendt hij zich naar de reflectie en het essay. In 1991 verscheen van hem Het hiernamaals van de kunst met monografieën over musea en kunstenaars en bespiegelingen over de situatie van de hedendaagse beeldende kunst. In 1995 volgde dan een bundeling essays over moderne ervaringshonger, Archeologie van de kick. Verhalen over moderniteit en ervaring. Hij werkte mee aan het controversiële praatprogramma Container (BRT). Aan de K.U.Leuven promoveerde hij in 1996 op een proefschrift over Walter Benjamin, De Dwerg in de schaakautomaat. Benjamins verborgen leer (SUN, 1999). Momenteel is De Cauter werkzaam als onderzoeker en docent cultuurfilosofie aan diverse instellingen.

Recensies

  1. :

    ‘Ook De Cauter wist in zijn gedichten geregeld de grens tussen realiteit en fictie, wat tot merkwaardige, in de grond tragische, maar niettemin hilarische situaties voert.’ (Streven)

    ‘Proza in dichtvorm, zorgvuldige gefraseerde bedenkingen, beschouwingen, filosofieën, beginnend met een dode worm, dan een cabareteske geschiedenis, een zachtzinnig-ironische kijk op filosofische verschijnselen, een onpretentieuze, erudiete cultuurreview, een ode aan de buitenbeentjes en herrieschoppers, de geest van de letter, het raadsel ‘woord’ en uiteindelijk vingeroefeningen, woordenroes en laatste klanken. Een feestelijk namiddag- en laatavondgesprek.’ (De Vrijzinnige Lezer)

SKU: 140 Categorie: Tags: ,