De binnenzijde
De titel van Katelijne van der Hallens nieuwe bundel, De binnenzijde, is niet toevallig gekozen. Van der Hallens verzen lezen als een lange, trage slenterende reis naar wat belangrijk is, naar wat overblijft, naar de plaats van de dichter daarin.
Sober, voorzichtig en subtiel, zo maakt Van der Hallen bescheiden, herfstige schetsen van beelden die haar troffen.
Van een bedrieglijke eenvoud, met prachtige, unheimliche foto’s van Filip Tas.
Knipsel
de dag schuwt het licht
november
de bomen zwijgen
onbeweeglijk
november
in dit lege huis
in leven blijven
Over de auteur
Katelijne van der Hallen (1942) studeerde dictie aan het Conservatorium van Antwerpen en is voordrachtkunstenares. Als dichter debuteerde ze in '69 met Stille regen. Anton van Wilderode typeerde haar poëzie als volgt: 'Met ingehouden stem en beheerste beeldspraak verwoordt zij de bereikbare wereld van elke dag, het vertraagde ogenblik, de geur van de dingen.' Van der Hallens poëzie werd vertaald, op muziek gezet en in bloemlezingen opgenomen. De binnenzijde is haar twaalfde bundel. Filip Tas (1918 - 1997) werkte jarenlang als fotograaf en recensent fotografie voor De Standaard. Hij publiceerde heel wat essays en boeken over fotografie, waar onder het vorig jaar nog verschenen R.I.P., een fotoboek over grafmonumenten van bekende Vlamingen. Zelf typeert hij zijn vak zo: 'Het schoonste beroep is dat wat je graag doet!' Wat mij betreft gaat het om schrijven met licht. In de volksmond heet dat fotootjes trekken.'
jancorbeels – :
‘Een knappe dialoog en een boeiende reflectie over de relatie tussen het (taal)beeld en de werkelijkheid. (…) Wat de fotograaf zegt met foto’s, toont de dichteres met eerder treffende dan suggestieve beelden.’ (Deus ex machina)
‘Gedichten van eenzaamheid en van broze breekbaarheid.’ (’t Pallieterke)
‘Een rijk literair totaalstuk.’ (Vlaanderen)