15,00

Sonnetten

Auteur: Guido De Bruyn William Shakespeare

William Shakespeare schreef 154 sonnetten waarin hij ons alle hoeken en kanten van zijn taal en van de liefde laat zien. Maniërisme, taalraffinement, suikervrij sentiment, dat zijn de pralines in zijn doos sonnetten.
Guido De Bruyn koos er 42 uit en proefde ze. Hij vertaalde telkens het voor hem sterkste sonnet van de twee of /drie die Shakespeare aan hetzelfde thema wijdde. Hij bleef inhoudelijk trouw aan het origineel maar was overspelig in de vorm als ‘het eigen motoriekje van het Nederlands’ dat vroeg. Het resultaat is prachtig, een van de beste Shakespearevertalingen ooit!

Knipsel

De mot zit in mijn vers, zegt men.
Geen glans meer, tenzij die van versleten.
Waarom volg ik de mode niet, de nieuwste snit?
Ik heb mij uit de tijd geschreven.

Waarom dat ene thema ook altijd, dat dichten
bij de gratie van de variatie?
Ik ben in elke lettergreep herkenbaar,
mijn pen de dupe van zijn reputatie.

Maar dat ene motief, en jij, mijn lief,
zijn mij genoeg: liefde is het, en jij
die mij doet schrijven, keer op keer,

hetzelfde, altijd anders weer.
Zoals de zon dag in dag uit verschijnt
is mijn liefde keervers, oud en nieuw refrein.

Over de auteur

GUIDO DE BRUYN (Asse, 1955) is documentairemaker, auteur, dichter en vertaler van toneelteksten. In 2004 debuteerde hij bij Uitgeverij P met zijn opgemerkte bundel Het achterwerk van het geluk, over liefde en verdriet en al hun mogelijke gevolgen. Hij won de Klara- poëziewedstrijd in 2004 en 2005.

Recensies

  1. :

    ‘Deze sonnetten zijn pareltjes voor het oor. Ze klinken allemaal even prachtig in de levendige vertaling van Guido De Bruyn. Hij is erin geslaagd ze in een verrassend toegankelijke taal om te zetten, een meesterwerk op zich is dat.’ (P. Arias op Radio 1).

    ‘Guido De Bruyn stelt zich als vertaler te bescheiden op als hij zegt: “Als de nachtegaal zingt, moeten de mussen zwijgen.’ (J. De Smet inDe Morgen)

    ‘Anders dan de genoemde vertalers bekommerde Guido De Bruyn zich niet om jamben en rijmwoorden. Hij wilde zich hoeden voor rijmdwang en geen lettergrepenteller worden. Terwijl hij inhoudelijk trouw bleef, werd hij “overspelig in de vorm”. Hij opteerde voor een vrijere vertaling, maar zocht wel naar ” het eigen motorieke van het Nederlands”.’ (in De Morgen, 25 januari 2006)

    ‘Bij zijn vertaling bleef De Bruyn trouw aan de inhoud, maar hij liet het korset van het sonnet aan de uitdeiningen van zijn Nederlands taalgevoel aanpassen. (…) Deze nieuwe uitgave van superieure papierkwaliteit in een oplage van 700 exemplaren richt zich vooral op bibliofiele poëziegenieters, die met hand en oog deze tweetalige selectie proeven, op zoek naar nieuwe smaken.’ (De Leeswolf, mei 2006)

    ‘Guido De Bruyn heeft 42 van die tijdloze sonnetten succesrijk omgezet in een toegankelijk register.’ (Trends, april 2006)

    Over Het achterwerk van het geluk:

    ‘Een van de belangrijkste debuten van de laatste jaren. … De dichter speelt op verrassing en de wendingen in de gedichten zijn soms speels, soms aanstootgevend. Poëzie mag en kan alles, zoveel is duidelijk. … Dit is heerlijk werk!’ (Vlaanderen)

    ‘… ongewone, verrassend-ironische en sarcastische beeldentaal. … In elk van de vijf cycli gedichten die de tijd zullen trotseren … één van de weinige betere Vlaamse dichters …’ (Palieterke)