Over zingen
Als jonge knaap wist Wannes Van de Velde al dat ‘zingen een andere werkelijkheid aanraakte, waarin men dichter bij elkaar kwam’. Niet de rock’n roll, de bebop of de jazz brachten hem in vervoering, maar wel de ‘sociale liekes’ van zijn vader, de café-chantants in de buurt, flamenco uiteraard en de verguisde inheemse muziek in ‘dat oude, andere Vlaams’.
‘Over zingen’ is geen autobiografie, maar een wellustige terugblik van een geniaal artiest, die zichzelf gewoon zanger noemt. Het legt ‘de lijnen van een lotsbestemming’ bloot, zonder ze te willen verklaren, om uiteindelijk te komen tot ‘het vlechtwerk dat mijn naam draagt: Wannes Van de Velde’.
Knipsel
Dit boek wil ik wijden aan mijn vak, het zingen, en aan de vele herinneringen
aan een lang leven waarin muziek en zang een grote, soms bizarre rol
hebben gespeeld. Ik wil vooral, veel meer dan een getrouw relaas van de
historische werkelijkheid weergeven, een klimaat opbouwen, de lijnen van
een lotsbestemming nagaan. Ook ten behoeve van mezelf, want een logische
opbouw heeft er nooit in gezeten. Ik heb nooit gezegd: ik word zanger.
Het is met me gebeurd, en nog steeds vraag ik me soms af, wanneer ik weer
eens voor die altijd eerste keer het podium betreed: hoe is het in zijn werk
gegaan, hoe is het gekomen?
Over de auteur
Het manuscript van Over zingen is het laatste geschrift dat Wannes Van de Velde naliet. Bij dit mooi in linnen gebonden boek met talrijke illustraties hoort ook een geluidsopname van een uniek privé-interview dat Guy Van Looy midden 2000 van Wannes afnam.
jancorbeels – :
Enkele ontroerend mooie teksten zijn ontstaan. In die zin komen in Over zingen twee belangrijke creatieve lijnen samen: zowel het zingen als het schrijven.
Streven
Pas in een latere periode, na heel wat zanglessen en intensieve oefening, leerde Van de Velde zijn stem gebruiken als een echt instrument. Als zanger plaatste deze ontwikkeling hem boven de eindeloze stoet minder begaafde of minder geoefende stemmen die tot op vandaag de podia beheersen.
Streven
Het vernieuwende van zijn optreden werd vaak gezien als minderwaar-dige folklore en de dominante Angelsaksische muziekindustrie drukte hem in de marge. Hoewel kritiek en misprijzen hem op artistiek gebied nooit hebben beïnvloed, was Wannes Van de Velde hiervoor wel erg gevoelig en het is dat aspect dat soms doorklinkt in Over zingen.
Streven
Een unieke ontmoeting met een mens die ooit onze tijdgenoot was, maar nu voorgoed voorbij is gegaan.
Streven
Nele Lambrichts – :
Als Van de Velde in 2008 al sterk verzwakt is, en ook nog gekweld wordt door gordelroos, voltooit hij zijn laatste manuscript, dat in 2014 is uitgegeven. Hij wil Over zingen zeker geen autobiografie noemen. Geen vanzelfsprekende weergave van zijn carrière. Wel probeert hij in simpele bewoordingen door te dringen tot de oorsprong van zijn fascinatie, of zoals hij het stelt: hij wil weten waar de beheksing is begonnen. Nee, een traditionele levensbeschrijving is dat boekje van minder dan honderd pagina’s niet. Maar als een lezer opziet tegen een breedsprakig boek van 550 pagina’s (cfr. Wannes. Hier is hem terug, Dree Peremans) is dat fijne boekje, in combinatie met de meegeleverde cd waarop een zeer informatief interview staat dat Guy Van Looy in 2000 met Van de Velde had, een uitstekend alternatief.
Patrick Van den Hanenberg, Ons Erfdeel