Na een nacht tussen de paarden
Na een nacht tussen de paarden ziet het leven er anders uit, schrijft Tua Forsström. Na het lezen van deze dichtbundel het onze ook. Niet fundamenteel anders, wel subtiel. De voedingsbodem van de poëzie van Tua Forsström is een onderhuids oerverlangen naar echtheid die een sluimerende, maar altijd aanwezige onrust veroorzaakt. Tua Forsström zet overweldigende gevoelens tegenover de kilte van terughoudendheid, liefde tegenover eenzaamheid, hoop tegenover wanhoop. Ik verkoop alles, het kost niets.
Ze toont zich een meester in het spel van tegenstellingen. Raak nooit bevriend met een kraai, waarschuwt ze, want zij hecht zich snel. In toegankelijke gedichten houdt ze ons een spiegel voor: veel dingen zijn ook maar bijkomstigheden en dat weet je natuurlijk zelf ook. Bij momenten slaat de vervreemding je in het gezicht want de vissen maken rumoer en Lajka, de eerste hond in de ruimte, komt terug als stof en regen. Zalven doet ze met gevoel voor humor, vaak ironisch. Er zijn geen slachterijen en er is geen bedrog, enkel plumeria acutifolia, in de regen.
De bundel opent met rozen. Sneeuw stuift over de rozen op het binnenplein. Aan het eind van de bundel stuift de sneeuw steeds heviger over de rozen, donker glanzende overbijfselen van de nacht. Maar gelukkig conserveerde de kou de rozentuin vannacht. Na een nacht tussen de paarden wordt het ochtend, wordt het licht.
Als iemand ons betovert, weten wij dat dan? Zolang Tua Forsström de pen hanteert, koesteren we bewust de betovering van haar woorden. Want je ziet klaarder onder water na het lezen van deze doornenrooskleurige prachtpoëzie, heerlijk vertaald door Lisette Keustermans en Miriam Van hee.
Over de auteur
Tua Forsström (1947) behoort tot de Zweedstalige minderheid in Finland. Zij studeerde literatuur-wetenschap aan de Zweedse afdeling van de Universiteit van Helsinki en was enige tijd werkzaam als redacteur bij de Fins-Zweedse uitgeverij Söderströms. Haar poëzie wordt gepubliceerd zowel in eigen land als in het buurland Zweden. Ze debuteerde met En dikt om kärlek och annat (Een gedicht over liefde en nog wat, 1972). Het bundeltje bevat persoonlijke getuigenissen die, volgens de toen heersende literaire trend, in een socialistisch kader zijn geplaatst. In haar latere bundels is haar engagement nog aanwezig als sociale bekommernis. Haar bundels Tallört (Stofzaad, 1979) en September. Anteckningar från ett sorgeår (September. Aantekeningen van een rouwjaar, 1983) betekenden haar literaire doorbraak. In 1998 kende haar carrière een voorlopig hoogtepunt, toen haar bundel Efter alt ha tillbringat en natt bland hästar (Na een nacht tussen de paarden, 1997) bekroond werd met de Nordiska Rådets pris, de literaire prijs van de Noordse Ministerraad voor het beste Scandinavische boek van het jaar.
Lisette Keustermans (Antwerpen, 1949) studeerde Zweeds, Noors en Nederlands. Doceerde aan de universiteiten van Amsterdam, Gent en Groningen. Voor Uitgeverij P publiceerde ze vertalingen van o.a. Karl Vennberg, Tua Forsström, Marie Lundquist, Göran Sonnevi en Ann Jäderlund. Haar vertaalwerk werd o.a. bekroond met de Koopalprijs (toen de Belgische Staatsprijs voor Vertaling) 2000 en in 2018
met de Svenska Akademiens tolkningspris.
Miriam Van hee (Gent, 1952) is slavist, docent en dichter-vertaler. Zij publiceerde een tiental dichtbundels en een verzamelbundel. Haar poëzie werd vaak bekroond, o.a. met de Staatsprijs voor Literatuur, de Herman De Coninckprijs 2008 en de Ultima Letterenprijs van de Vlaamse Gemeenschap 2018. Haar werk werd in boekvorm vertaald in elf talen. Miriam Van hee wordt vaak uitgenodigd voor optredens op buitenlandse poëziefestivals.
Recensies
Er zijn nog geen reviews.