Mijn uren zijn met schaduw gehuwd
Mijn uren zijn met schaduw gehuwd bevat een selectie uit de Collected Poems (1981) van Sylvia Plath. De bekendheid die ze als prozaschrijfster verwierf, na de publicatie van haar roman The Bell Jar (1963), wekte na haar zelfmoord meteen een grote belangstelling voor haar poëtisch oeuvre. Daarin komen dezelfde obsessionele thema’s voor: Eros en Thanatos als een navelverbonden en onverzoenlijke siamese tweeling. Het is een spel op leven en dood, met sardonische humor gemythifieerd.
In haar laatste gedichten klinkt een meer verzoeningsgezinde en zelfs mystieke toon, in schril contrast met de vroegere wraakoefeningen die vooral in ‘Daddy‘ en ‘Lady Lazarus‘ de zegging bepalen. Ze vond tenslotte een oplossing voor haar dilemma of de keuze tussen zelfverheerlijking en zelfvernietiging.
Het is dit gevecht tussen de ‘donkere’ en de ‘tedere’ Sylvia dat voor een deel de keuze bepaalde van vertaalster Lucienne Stassaert. De lezer kan Sylvia Plaths evolutie volgen vanaf The Colossus (1959), de enige dichtbundel die nog tijdens haar leven zou verschijnen, en de posthume bundels Ariel (1965), Crossing the Water (1971) en Winter Trees (1971).
In een uitvoerig nawoord, alsook in aantekeningen bij de prachtig vertaalde gedichten, belicht Lucienne Stassaert de voornaamste motieven en gebeurtenissen in dit bewogen en tragisch leven.
Knipsel
Je zal een afwezigheid gewaarworden, binnenkort,
Die naast je groeit, als een boom,
Een boom van de dood, beroofd van kleur, een Australische gomboom –
Kalend, door de bliksem ontmand – een illusie,
En een lucht als het achtereind van een varken, die geen zier om je geeft.
Maar op dit moment ben je stom.
En ik houd van je onnozelheid,
Een blinde spiegel gelijk. Ik kijk er in
En ontdek enkel mijn gezicht, en jij vindt dat grappig.
Het doet me goed
Als je mijn neus te pakken krijgt, de sport van een ladder.
Mogelijk raak je op een dag het kwade aan –
De kleine schedels, de vernielde blauwe heuvels, de godgruwelijke stilte.
Tot dan zijn al je glimlachjes goud waard.
Over de auteur
Sylvia Plath werd in 1932 geboren in de omgeving van Boston. De plotse dood van haar vader in 1940 zorgde voor een levenslang trauma. Na haar studies aan Smith College, in 1953 onderbroken als gevolg van een zelfmoordpoging, vertrok ze in 1955 naar het Engelse Cambridge. Ze ontmoette er de dichter Ted Hughes en enkele maanden later trouwden ze. In 1957 reisde ze samen met Ted naar Amerika om aan Smith College te doceren. Reeds na een jaar gaf ze haar ontslag, om zich voortaan meer op haar eigen werk te concentreren. Haar debuutbundel The Colossus verscheen eind 1959, kort na hun terugkeer naar Engeland. In april 1960 werd hun dochter Frieda geboren. Ze verlieten Londen en vestigden zich in het landelijke Devon, in een oude pastorie. Na de geboorte van hun zoon Nicolas, in januari 1962, brak het conflict los dat tot hun scheiding zou leiden. Sylvia hield het nog enkele maanden in Devon uit, maar vertrok tenslotte ook naar Londen. Daar, in een huis aan Fitzroy Road waar W. B. Yeats nog had gewoond, maakte ze op 11 februari 1963 een eind aan haar leven. Lucienne Stassaert (Antwerpen, 1936) publiceerde dertien dichtbundels, een aantal romans, toneelstukken en hoorspelen. Voor haar poëzie ontving zij de Poëzieprijs van de Vlaamse Gids en de Provinciale Prijs voor Letterkunde van Antwerpen en voor haar roman Parfait Amour de Arkprijs van het Vrije Woord.
jancorbeels – :
‘Deze selectie heeft een prima indruk van Plaths grote originaliteit, dramatische kracht en bijzondere beeldspraak. De vertaling is heel goed en blijft dicht bij het origineel, zonder de poëzie te verliezen.’ (Nederlandse Bibliotheek Dienst)
‘De dichteres opteert ervoor om de eigen taal van Plath zo dicht mogelijk op de huid te zitten, zonder toe te geven aan de gemakzucht van de lezer.’ (LeesIdee)
‘In feite een overzicht van haar poëzie-oeuvre.’ (Feeling Boeken)
‘Deze uitgave is bijzonder zinvol en zal allicht een plaats weten te verwerven binnen het reeds bestaande aanbod aan Plath-vertalingen.’ (LeesIdee)