17,00

Een lamentatie van de melaatse koning

Auteur: Anne van Herreweghen Hubert van Herreweghen

De melaatse koning is Uzzia, koning van Juda in de achtste eeuw voor Christus. Hij beschikte over een groot leger. Overmoedig geworden na een voorspoedige regering van een halve eeuw, pleegde hij inbreuk op de rituele rechten van de tempelpriesters. Die zagen toen een verdacht vlekje op zijn voorhoofd en verklaarden hem melaats. De laatste 20 jaar moest hij in ‘afzondering’ doorbrengen.Dit verhaal levert de locatie en de acteur van de lamentatie-monoloog.

In de leprozerie, in zijn onmacht en vernedering, leert de koning het leven van onderen op te zien: het raadsel mens, het gevecht om de macht, de samenhang van macht en geweld, van geweld en wreedheid. En de gedragingen van heersers en wapenlieden in zijn contreien en over de grenzen bij elk volk op aarde, toen en nu.

Prachtig verwoord in 45 kwatrijnen door Hubert van Herreweghen, met mooie zwart-wittekeningen van dochter Anne.

Knipsel

Ik zeg de dingen die ik zag.
Waarheid alleen is mijn bejag.
’t Leed duurde langer dan de lach.
De mens wil meer dan hij vermag.

Waarheid alleen is mijn bejag.
Rijk man betaalde nooit ’t gelag.
Het onrecht op de plaats waarach-
tig van ’t gerecht, was wat ik zag.

Over de auteur

HUBERT VAN HERREWEGHEN (Pamel, 1920) is een van de belangrijkste Vlaamse dichters van de twintigste eeuw. Hij publiceerde tot nu toe 15 dichtbundels en 5 bibliofiele uitgaven. Bij Uitgeverij P verscheen Een Brussels tuintje (1999). Hij ontving talrijke prijzen zoals de driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie (1962), de Standaardprijs (1985) en de Emile Bernheimprijs (1997). Herman de Coninck noemde hem ooit in De Morgen ‘de meest warse taalknarsende vernieuwer’. ANNE VAN HERREWEGHEN (Ninove, 1948) tekent en schildert. Ze tekende o.a. voor Vrij NederlandDietsche Warande & Belfort en De Standaard, en illustreerde ook tal van bibliofiele uitgaven en poëziebundels.

Recensies

  1. :

    ‘Deze 45 kwatrijnen (met het rijm op “ach”, dat zowel Nederlands als Hebreeuws klinkt!) vormen een echt juweel. Ik lees en herlees…’ (Frans de Haes)

    ‘Alleen al technisch is het werk bewonderenswaardig, maar er is veel meer dan dat, en bij herlezing wordt het almaar beklemmender.’ (Joris Note)

    ‘Na zoveel meesterlijke gedichten is dit je meesterstuk, je ‘testament’ met gebruikmaking van het Testament.’ (Willy Spillebeen)

    ‘Met de vijfenveertig kwatrijnen die samen Een lamentatie van de melaatse koning vormen, voegt hij een in alle opzichten typische Van Herreweghen-bundel toe aan zijn gerespecteerde oeuvre. (…) Dit zeer mooi uitgegeven bundeltje, met tekeningen van dochter Anne van Herreweghen, is een krachtige en tegelijk bijzonder poëtische oproep tot deemoed.’ (Carl De Strycker in Kunsttijdschrift Vlaanderen, april 2006)

    ‘Eén van de aangrijpendste bewijzen van zijn vakmanschap en van zijn groot dichterlijk talent bezorgde Van Herreweghen ons eind vorig jaar met een bundel meesterlijke kwatrijnen, die allemaal rijmen op -ag (-ach) en één onthutsend, oudtestamentisch (“Hebreeuws”) klaaglied vormen: “Een lamentatie van de melaatse koning”. Een echte meerwaarde voor de bundel van haar vader leverde Anne van Herreweghen, met 26 schitterende tekeningen. In klaagliederen en in kwatrijnen heeft Van Herreweghen vroeger al zijn meesterschap bewezen. (…) Meer nog dan een schokkend verhaal is dit een bundel vol wijsheid, vanuit een diep schuldbesef, verwant met vele andere grote klaagliederen uit de wereldliteratuur. (…) Met al die ach-rijmen krijgt deze bundel ook een “Hebreeuwse” klank… Het is een beeld-en-klankjuweel, een lied van wijsheid.’ (in ’t Pallieterke, april 2006)

    ‘Hubert Van Herreweghen is onderhand 85 jaar oud, maar als dichter blijft hij even indrukwekkend als vanouds. Zijn jongste bundel bestaat uit een reeks van 45 hechte kwatrijnen, met al bij al een bijzonder beperkt aantal rijmklanken. Die zelf opgelegde tucht en schaarste wordt echter gecombineerd met een voldragen taalmeesterschap. (…) Het ritme is hoogst functioneel en vrijwel perfect, klank en woordherhalingen creëren bij momenten een soort litanieachtige sfeer. (…) Bij iedere herlezing wint deze lamentatie nog aan kracht en intensiteit. (…) De illustraties van (dochter) Anne van Herreweghen zijn al even suggestief; met enkele strepen en vormen schetst zij haar eigen verhaal naast en doorheen dat van de poëzie. (…) Ook op het vlak van de spanning tussen illustratie en tekst vormt dit boekje een uitermate boeiend geheel.’ (in De Leeswolf, maart 2006)