Het huis is groter aan de binnenkant
Bekende en minder bekende poëzielezers hebben voor hun boekenkast gestaan en een gedicht gekozen dat iets bijzonders voor hen betekent, dat hen ontroert of intrigeert, dat hen verleidt of hen treft. Deze bundel is het resultaat van dat geflirt met de boekenkast: een bloemlezing van lievelingsgedichten.
Tegelijk is dit boek een verzameling van portretten en stemmen. Fotografe Malou Swinnen heeft vastgelegd hoe lezers zich over een gedicht verwonderen, hoe ze het koesteren, hoe ze het bekijken, of soms zelfs betasten. Via een cd achteraan in het boek, hoor je ook hoe ze ‘hun’ gedicht voorlezen.
Deze bloemlezing is een hommage aan de poëzielezer, aan poëzie als een huis met vele kamers, en aan een samenleving waarin diversiteit overal te vinden is. De opbrengst van dit boek gaat integraal naar Oikonde Leuven, een ‘dienst pleegzorg’ voor volwassenen met een handicap. Door middel van gastgezinnen, ‘doorstromingshuizen’ en ‘huizen voor lang verblijf’ biedt Oikonde Leuven opvang en begeleiding aan deze mensen.
Knipsel
Zo klein en broos dit glazen huis
dat maar naar buiten gaan
het kan doen inklappen. Tussen de scherven
verdwaasd dwalend wat een leven was.
Of het gebeurt niet, en de neiging neemt de plaats in
van de gebeurtenis. Veel beter
zou dat zijn, en het mooie is: zo is het.
Ik hou het voorgaanden stil, voorlopig,
broedend als ik ben, maar zal verrijzen
uit dit of de puinhopen met in de handen glanzend
een plan.
GEERT POLFLIET leest MARK BOOG
Over de auteur
Samenstellers GEERT BOUCKAERT (1958) is gewoon hoogleraar aan de Faculteit Sociale Wetenschappen (KU Leuven) en directeur van het Instituut voor de Overheid. PETER VERMEERSCH (1972) is docent en onderzoeker aan de Faculteit Sociale Wetenschappen (KU Leuven). Hij publiceerde gedichten onder meer in Het Liegende Konijn. Fotografe MALOU SWINNEN (1944) studeerde in 1984 af aan de Hasseltse Academie voor Schone Kunsten, afdeling Fotokunst. Haar werk werd tentoonsgesteld in Antwerpen, Brussel, Charleroi en Leuven, maar ook verschillende malen in Nederland (Amsterdam, Eindhoven en Maastricht), in Praag en in de Bibliothèque Nationale in Parijs. Bij Uitgeverij P publiceerde ze onder meer, Personae (1996), Surface (1999), De Pose (2001) en Cet obscur objet ... (2005).
jancorbeels – :
‘Of je nu bekend of onbekend bent, man of vrouw, arm of rijk, we wonen allemaal in onze taal en kunnen allemaal ontroerd zijn door poëzie. Dat is wat we met dit boek willen vertellen.’ (Medesamensteller G. Bouckaert in Campuskrant)
‘Naast liefde voor poëzie draagt dit lees-, kijk- en luisterboek ook een sociale boodschap uit.’ (Campuskrant)
‘De klemtoon ligt vooral op herkenbare en romantische poëzie van Vlaamse dichters als Jotie T’Hooft en Herman de Coninck. Sommige selecties zijn echter een stuk verrassender (…). Zo kiest Jozef Deleu voor het bekende gedicht ‘Ego flos’ van Guido Gezelle, Rik Torfs voor een vers van Jan Arends en Mieke van Hecke voor een fragment uit het bijbelse Hooglied.’ (NBD Biblion)
‘Een hommage aan verscheidenheid: ‘aan de diversiteit onder poëzielezers en aan poëzie als een huis met vele kamers’. (…) Het boek is hoe dan ook een hebbeding.’ (Stroom)
‘Dit is een bundel die iedere poëzieliefhebber in haar/zijn boekenkast moet hebben staan.’ (Poëzierapport, juni 2007)