16,00

Een adem van brons

Auteur: Bernard De Coen Mark Meekers

Honderd jaar geleden overleed CONSTANTIN MEUNIER (1831-1905). Voor Mark Meekers de gelegenheid om hulde te brengen aan de grootste beeldhouwer die Belgie ooit gekend heeft. Bij een bezoek aan ‘le pays noir’ werd Meunier zodanig getroffen door het lot van de arbeiders dat hij ze eerst begon te schilderen en ze daarna in brons goot. De productiefste periode kende Meunier toen hij in Leuven aan de slag was. Tal van monumentale bronzen verlieten het achthoekige atelier aan de Kruidtuin.

In zijn bekende stijl stoot de dichter door tot de ziel van het kunstwerk. Terwijl je geniet van de verzen, bekruipt je de zin om de helden van Meunier opnieuw te gaan bekijken. Op zoek naar de blikken van de vader en de verloren zoon, die ‘glanzen als feestbestek’. De beeldrijke en sterk aansprekende gedichten werden mooi vertaald naar het Frans door Bernard de Coen. Een hebbeding voor elke kunstliefhebber.

Knipsel

ze vragen zich verbaasd af wat ze moeten
met dit juist gekregen gezicht: de glasblazer
met fragiele adem, de visser die in een zee
van onverschilligheid roept. hij geeft hen

een stem van brons, roerig als een klok.
je les aimais: voor zijn mijnwerkers hangt
hij luchters in de gangen, zingt in majeur
de lof van de lamineur aan de pletwals.

boeren, uit één stuk gegoten, overgeleverd
aan de schaduwen die als wespen rond hen
tollen, aan de gunst van onze ogen, wij
beslissen over frontaal of profiel, gunnen

hen het licht. Hun beeld leeft slechts bij de
gratie van een opwekkende blik. en zuster
Alice? zij mag er ook nog bij: zij rinkelt
zo zalig het belletje van de voorzienigheid.

Over de auteur

MARK MEEKERS(Blaasveld, 1939) schreef reeds een vijftiental bijzonder succesvolle dichtbundels. Onder zijn echte naam, Marcel Rademakers, is hij tevens actief als beeldend kunstenaar. Bij Uitgeverij P verschenen I (1999) over Rembrandt en I (2002) over Paul Gauguin. BERNARD DE COEN (Leuven, 1965) schrijft haiku’s en vertaalt gedichten. Voor Uitgeverij P vertaalde hij Emblemata temporalia van Johan van Cauwenberge (2003) en publiceerde hij haiku’s in Ontkoppelingen I (2005). MARK MEEKERS (Blaasveld, 1939) a déjà écrit une quinzaine de recueils de poésie qui connurent un succès particulier. Sous son véritable nom, Marcel Rademakers, il est également actif en tant qu’artiste figuratif. Aux Editions P sont parus Feesten van Licht (1999) sur Rembrandt et Paradijskoorts (2002) sur Paul Gauguin. BERNARD DE COEN (Louvain, 1965) est diariste, poète et traducteur de poésie. Pour les Editions P, il traduisit en français les Emblemata temporalia de Johan van Cauwenberge (2003) et y publia le recueil de haïkus Ontkoppelingen I (2005).

Recensies

  1. :

    Over Feesten van licht:

    ‘Ronduit indrukwekkend. (…) Mark Meekers streelt Rembrandts licht trefzeker over woorden uit.’ (De Houten Gong)

    Over Paradijskoorts:

    ”De mooie uitgave van de bundel draagt ertoe bij dat het lezen ervan een diepgaand feest is van woord en beeld.’ (De Vrijzinnige Lezer)

    Recensies

    De letterlijke en figuurlijke betekenis van uitdrukkingen danst op een koord dat verschillende kanten uit zwaait. (…) De meeste enjambementen zijn functioneel-verrassend en doen een beroep op het associatieve vermogen bij de lezer. – Jacob Baert in Ambrozijn

    Sterk, realistisch werk van beiden, waarbij Meekers – en dat pleit voor hem – in de beste gedichten meer te raden laat dan Meunier laat zien. – in Meander

    Zoals we van de auteur gewoon zijn is ook dit werk met bijzondere zorg voorbereid en uitgevoerd. (…) Vele gedichten grijpen je bij de keel. De beeldspraak is verrassend en virtuoos. Mark Meekers (her)beeldhouwt Meunier en roept tegelijk nieuwe beelden op. – in Verba

    Wie de gelaagdheid van de menselijke ziel wil leren kennen, raad ik aan om de poëzie van deze dichter te lezen. (…) Introspectie, oog voor het wezenlijke detail, scherpzinnige observatie van de maskerade van het dagelijks leven, dat alles overgoten met een vleugje cynisme en broodnodig relativeringsvermogen vindt u in het werk van Meekers. – in Tweebronnen

    Deze ingenieuze vervlechting van biografie en opus via poëzie, biopoëzie dus, is zowat het eigendomskenmerk van Mark Meekers. Ook zijn zegging en benadering van het onderwerp: met historische accuratesse en tact. (…) Met zijn benadering dus, met respect voor het werk en met een gedegen kennis van het onderwerp, smeedt hij tezamen in zijn beproefde stijl, die ene lichte vorm van ironie koppelt aan een vorm van beeldgedicht, waarin informatie en intuïtie tussen de regels met elkaar twisten. De mooiste momenten zijn natuurlijk die waar zowel het intuïtieve als het informatieve het moeten afleggen tegen de licht poëtische toets die zo zalig rinkelt als het belletje van de voorzienigheid, of moorddadig mild de sokkel van het monument Meunier weghaalt en er een menselijke, begrijpende en begripsvolle dichterlijke invulling voor in de plaats zet. (…) En die zekere ingebondenheid – lees “braafheid” – van Meunier, tegenover het geweld en de zwier van Rodin (of Claudel) weet Meekers perfect in zijn kwatrijnen te vatten. (…) De zestien gedichten van Meekers zijn zijn schriftuur. De neerslag van zijn lectuur van de werken van Meunier; zijn dubbele dialoog (Nederlands-Frans) met de beelden; een confrontatie van beeldgedichten met sculpturen, van Meekers met Meunier, M. met M.: MMM.’ – Johan Van Cauwenberge

    (…) Het voorgaande voorbeeld toont een taalspel dat bijna elk gedicht stoffeert: de letterlijke en figuurlijke betekenis van uitdrukkingen danst op een koord dat verschillende kanten uit zwaait. (…) De meeste enjambementen zijn functioneel-verrassend en doen een beroep op het associatieve vermogen bij de lezer. (…) Probeer zelf die adem van brons te pakken te krijgen. Daal af, begeleid door hoge taalmuziek, en maak tijd voor dit ‘monument van de arbeid’. (…) Het volstaat de gedichten van Mark Meekers te lezen om te begrijpen wat Constantijn Meunier zo getroffen heeft in le Pays Noir. Het is bijna onvoorstelbaar hoe twee kunstenaars, dichter en beeldhouwer, elkaar begrijpen. (…) Zelfs wie het werk van Constantin Meunier nauwelijks of niet kent, kan er bij lezing van Een adem van brons niet onverschillig voor blijven. Beeldhouwer wordt dichter en dichter wordt beeldhouwer. Maar ook de twee talen versmelten tot één gedicht, tot één beeld. (…) De ‘beeld-rijke’ poëzie van Mark Meekers overstijgt als het ware de verschillende talen.’ in Ambrozijn

    Een bundel gedichten die in een heel eigentijdse, directe taal de thematiek benaderen die Meunier beroerde. (…) de gedichten zijn ook vertaald in het Frans en schitterend uitgegeven met een fraaie selectie beelden van Meunier. in Kerk & Leven

SKU: 174 Categorieën: , Tags: ,