Doorgrond
Uitgebalanceerde composities, uitgepuurd taalgebruik, eenvoudig en toch speels, samenhangend,…
Alles lijkt erop te wijzen dat de dichteres al jaren in het vak zit, en toch is Doorgrond het opmerkelijke debuut van Reine De Pelseneer.
Of het nu gaat om fysieke nabijheid (de streling van een voet onder tafel) of eenzaamheid en gemis (‘De trap telt al jaren/ drieëndertig treden/maar lijkt langer nu// haar hand zonder/de zijne langs/de leuning schuift’), de dichteres geeft allerlei menselijke ervaringen vrank en vrij weer in knappe, beklijvende verzen. ‘Doorgronden’ wil ze, ervaren ‘hoe diep het leven raakt’. In haar zoektocht botst ze op de ontoereikendheid van de taal, ontwaart ze de lichtheid van relaties, de geheimen van de nacht (‘de nacht maakt handen zacht’).
Knipsel
We liepen door en spraken dof. Het regende
verzuurde en bedompte taal. Wij voelden
ons beschermd door waterdichte stof
maar kregen toch een klamme huid.
Nattigheid vindt steeds een weg, ze komt
van binnen uit. De lucht was vol.
De velden lagen dras. Wij hielden
voet bij stuk en zompten urenlang
tot bij een plek die droger was.
Over de auteur
REINE DE PELSENEER (Zandhoven, 1982) licentiaat Germaanse Taal- en Letterkunde, werd ontdekt, gelezen en goedgekeurd door Frank Pollet (DaLiDa en DaLiDa). Zij publiceerde gedichten in o.a. Deus ex Machina, Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift. Haar poëzie werd reeds meermaals bekroond (o.a. de poëzieprijs van de stad Harelbeke en de gemeente Lint) en genomineerd (o.a. de poëzieprijs van Keerbergen en de Basiel de Craene-prijs).
jancorbeels – :
‘Haar aanminnige leeftijd belette haar niet reeds te worden bekroond met de poëzieprijs van de stad Harelbeke én van de gemeente Lint. Om over de nominaties voor de poëzieprijs van Keerbergen en de Basiel de Craene-prijs nog maar te zwijgen. (…) Het boekje is namelijk ontegenzeggelijk sympathiek van toon en thematiek. (…) Het is een gave bundel. Er zit wel degelijk een belofte in voor de toekomst. (…) De Pelseneer is op haar sterkst in het oproepen van stilstaande taferelen, vol onderhuidse dreiging. Dat ze daarvoor een parlando toon gebruikt, is toe te juichen.’ (Poëzierapport, november 2005)
‘Deze dichteres weet haar project voortreffelijk te doseren en te structureren. (…) In al deze opzichten is dit dan ook een voldragen debuut.’ (in De Leeswolf, april 2006)
‘De gedichten van Reine De Pelseneer behoren tot de beste van 2005. Dat is het verdict van de ‘Publieksprijs 2005′.’ (Gazet van Antwerpen, 26 januari 2006)