ISBN

978-94-92339-81-2

Paginas

64

Publicatiedatum

23/03/2019

 17,95

beyond here lies nothin’

Auteur: Herman Rohaert

Wij zijn leegte. Niets. Onuitstaanbaar uitgestrekt. Wie daar doorheen wil waden zonder de drang te koesteren om het vacuüm op te vullen, moet dichter zijn. Rohaert dompelt zich onder in het beyond: wat ontwaakt er voor de stilte, na de laatste klank?

Hetzij die ene hand om in te knijpen, hand
die langs een hals strijkt, de warmte van een
voorhoofd peilt.

Knipsel

 

Nooit nog wind

De hemel wit en melk, de wolken het
matte zilver van te vaak gewassen
bestek.

Daaronder stilte, uitgesmeerd.

Roerloosheid, landschap, leeg als
een niet ingeloste belofte.

Geen klapperend hek, geen kabel die
slaat – enkel adem die, uitgeblazen,
snel verdampt,

nalaat smaak van ijzer, metaal,

roest.

 

Over de auteur

Herman Rohaert (Ninove, 1958) is germanist en gewezen redactielid van Appel en Verba. Criticus, jurylid en winnaar van verschillende literaire wedstrijden, docent schrijfcursus en auteur van talrijke publicaties. Hij publiceerde gedichten en recensies in een brede waaier van literaire tijdschriften, gedichten van zijn hand zijn opgenomen in tal van bloemlezingen in binnen- en buitenland. Verspreid over heel Vlaanderen kan je op markante plekken in de publieke ruimte zijn monumentale poëtische kunstwerken vinden. Beyond here lies nothin’ is zijn derde bundel bij Uitgeverij P. Blog en website op www.hermanrohaert.wordpress.com.

Recensies

  1. :

    U stelt het kijken op scherp en toont op voortreffelijke manier hoe je ook met taal kan kijken. Want uw taal is, zoals het kijken, voortdurend in beweging. Uw woorden smeken, verklaren, registreren en vechten met afwezigheid. Uw woorden tonen de mens in zijn naaktheid en spreken het verlangen uit naar transparantie, het verlangen om bekeken en gezien te worden. 

    Jan Geerts

  2. :

    De Nederlandse Bibliotheekdienst merkte [Rohaerts] markante vergelijkingskunst op en boekstaafde naar aanleiding van Som (2014), Rohaerts ook door ons besproken debuut: “Verreweg de meeste beeldspraak is mooi en steunt op ware trouvailles.” (…) Stapelingen van werkwoorden geven hun charme prijs wanneer je de gedichten inwendig of hardop leest om het ritme te beproeven. Tegenstellingen, minder of meer duidelijk, vertellen iets over de ware aard der dingen: bleek-schitter, uit en aan, zwart-wit, slinken-wassen, opkomen-ondergaan, avond-ochtend. (…)

    De verzorgd weergegeven foto’s die ‘stof’ leverden voor twee gedichten, passen uitstekend in het thema. (…)

    Omdat we allen soms bijziend in het leven staan, is deze bundel, veel meer dan een bril, van betekenis!

    Jacob Baert, Ambrozijn

  3. :

    Op zijn best is Rohaert wanneer hij aansluitend aan beeldend materiaal (onder meer ‘The Angel’ van Michaël Borremans, die ook op het omslag van de bundel prijkt), de reis naar het niets evoceert.

    Als tegengewicht is er dan de afdeling ‘Amore’. Geen jubelende verzen, maar eerder een pleidooi bij ‘de onverzettelijke schoonheid van langzaam’ (uit ‘Traag’), een voorzichtig aftasten van de herinneringen (onder meer aan een bezoekje aan Amsterdam, ‘niet gebrand waren we op terugkeer’, of een verblijf in Rome, ‘ondertussen schrijf ik met mijn vingertoppen de / geografie van je huid’).

    Jooris van Hulle

  4. :

    De liefde wordt vooral geëvoceerd door het nauwkeurige esthetische taalgebruik. Het is de ambitie van deze poëzie dat ieder woord telt, dat een enkel woord een groots innerlijk landschap kan oproepen waarin we de liefde als mogelijkheid kunnen veronderstellen. Rohaert’s bedoeling lijkt het om de liefde met louter woorden op te roepen.

    Kamiel Choi, Meander