Alsof nog alles moet beginnen
In Alsof nog alles moet beginnen schrijft Jos Stroobants over de verschillende aspecten van het leven en de diepere zin ervan. Als een taalmeester componeert hij gedichten die niet alleen vormelijke schoonheid uitstralen, maar ook een dieper weten trachten aan te boren. Zoals steeds laat Stroobants zien dat hij magistraal is met alliteraties, assonanties, herhalingen en klankbeelden, want op geen enkel moment hindert zijn vormelijk spel de lezing of de sfeer van het gedicht.
Rijk aan sterke, originele beelden, vaak herkenbaar, dan weer mysterieus. Jos Stroobants is een romanticus pur sang en schuwt de grote woorden niet. Maar de verheven taal past wonderwel bij de grootse gevoelens, ideeën en gelaagde interpretaties.
Bijzondere, gevoelige poëzie in een oorspronkelijke en zeer verfijnde taal. Alsof nog alles moet beginnen is een bundel die je niet meer loslaat, en altijd lijkt het alsof nog alles moet beginnen …
Knipsel
Wonen is het wankel evenwicht van open
en gesloten, in een spanningsboog van uren,
dagen, jaren; is een haast behoedzaam lopen
tussen de verwantschap van de huizen, hopen
op verstaanbaarheid en op poreuze muren
van goed nabuurschap en van een niet te slopen
aandacht: hoe wij ieder jaargetij verkopen,
vluchtig sprekend, en elkaar wat tijd verhuren
ter herkenning, loslopende woorden stropen
van begrip, en traag veranderen in buren.
Over de auteur
JOS STROOBANTS (Leuven, 1948), licenciaat Politieke en Sociale wetenschappen, is werkzaam als verantwoordelijke public en external relations aan het departement Toegepaste Economische Wetenschappen van de KULeuven. Hij publiceerde gedichten in o.a. Nieuw Vlaams Tijdschrift, De Standaard, Ambrozijn, Kruispunt en Muzisch Meerdaal. Bij Uitgeverij P verschenen eerder Alle tijd is tijd genoeg (1999), Het graf van Federico (1998) en Tegen de tijd (1994).
jancorbeels – :
‘P heeft een neus voor goeie dingen. En bewijst dat hier opnieuw door voor de vierde keer Jos Stroobants uit te geven. Ten eerste staat het buiten kijf dat de auteur in kwestie een taalvirtuoos is. De verstilde schoonheid van de verzen geeft nu eens rust en grijpt dan weer naar de keel, gooit je van het puntje van je stoel languit in de zetel. (…) Stroobants fraseert zodanig dat de regels hun grootsheid halen uit eenvoud. (…) Het formaat van het boek is mini. Ideaal om overal in de binnenzak mee te nemen als een kleine bijbel voor de zielenmens, voor die momenten waarop de wereld en het leven weer eens veel te zwaar durven zijn. Want zalven kan Stroobants als geen ander.’ (De leeswolf, juni 2005)