17,00

Van licht oker en donkere gloed

Auteur: Alfred Warrinier

Van licht oker en donkere gloed beschrijft Alfred Warrinniers directe confrontatie met leven en dood. Hij staat oog in oog met de Andere, die in drie cycli verschillende vormen aanneemt. In de eerste cyclus ontmoeten we een gesluierde, geheimzinnige andere, de andere die in elk van ons woont. Aan het eind van die cyclus zijn er verwijzingen naar de ouders, de anderen tot wie we het dichtst staan. In de tweede cyclus sluipt de tijd, scherprechter zonder mededogen, als een dief in de nacht in de gedichten binnen.

Hij begeleidt de dichter in de onverbiddelijke gang naar beneden. In de derde cyclus wordt er gefeest, niet uitbundig maar vol vertrouwen. Alles keert terug naar zichzelf in de beweging van de spiraal, de bundel eindigt op het woord ‘zwijgen’.
Zonder twijfel is deze vijfde, ingetogen-prachtige bundel van Warrinnier het hoogtepunt in zijn schrijverscarrière.

Knipsel

ik schrijf je
van juist buiten
de afstand
die ons scheidt

lees vooral
de woorden
die er niet zijn
hun spoor leidt

mijn lege zinnen
naar het punt
dat ginder ver
heel open blijft

Over de auteur

Alfred Warrinnier (Brugge, 1938) is wiskundige en professor aan de K.U.Leuven. Hij werd beïnvloed door de Universitas-gedachte en door filosofen als Dewaelhens en Ladrière. Na een lange incubatietijd en veel bezinning rond klassieke en hedendaagse literatuur, met een grote voorliefde voor de Midden-Europese schrijvers en denkers, waagt hij zich als jonge vijftiger aan eigen creatief werk. Zijn devies heeft hij aan Hermann Broch ontleend: 'Dichten und Erkennen, Erkennen und Handeln'. Dus moet de scheppende kracht van de poëzie verzoend worden met de kennende kracht van de wetenschap en verenigd worden tot een actie. Voor hem is dit handelen nooit veraf van de zoektocht naar het uiteindelijke inzicht en begrijpen, het onderwerp van zijn poëtisch werk. In Het innerlijke van de Cirkel en Porismen wordt nog gepeild hoe de wetenschappelijke kennis kan geënt worden op de menselijke ziel, hoe de verwondering ook de wiskunde kan treffen. In de latere bundels Zo dicht bij aanwezigheid en Bijna Nabij wordt de dichter een pelgrim die aan mens en dier en plant ootmoedig vraagt wat de zin van dit alles is, hoe de Andere door dit alles tot hem spreekt.

Recensies

  1. :

    ‘Zijn woorden willen zichzelf uitwissen en willen zo weinig mogelijk sporen nalaten, gewoon om de werkelijkheid werkelijk te laten worden: tijd.’ (Deus ex machina)

    ‘De dichter creëert een nieuwe, vluchtige wereld, met een boodschap van hoop, van ‘ogen die naar de wolken kijken en de hemel zien’.’ (Onze tijd)

SKU: 358 Categorie: Tags: ,