Van fooi tot bankgeheim
Auteur: Bart Stouten
Hoe ziet je innerlijke wereld eruit als die in termen van winst en verlies wordt gedacht? Liefde en economie delen verrassend vaak dezelfde woorden: we staan in de schuld bij iemand, moeten boete doen, hebben een rekening te vereffenen of net veel krediet bij die ene ander. Dichter Bart Stouten gaf het achterland van zijn poëtisch universum een rendabele façade, de gedichten zijn betaalmiddelen voor een geluk dat nooit helemaal vereffend wordt.
Gratis is het nieuwe magische woord van de verzorgingsstaat, hier geserveerd met een snee liefdesbrood en wat dromen ernaast. U mag na het leergeld, tooggeld, inschrijvingsgeld en de satellietkosten wel uw kaart klaarhouden voor het afvaartsgeld, de boottocht ‘van hier naar straks’ — de dood knipoogt vriendelijk terug. Natuurlijk wordt er ook corrupt gespeeld in dit pretpark van inflatie en deflatie. Maar gasboetes zijn er alleen in de nacht, voor alles wat er misloopt in de liefde.
Knipsel
Fooi aan het begin
Ook ik weet heel goed
wat wel en niet te kopen.
Elk leven kwijnt, bij een kerk,
in kleermakerszit.
Ik doe mijn duit in een zakje ongeluk,
knik naar de bedelaar die me te lang
zit aan te kijken. Ook voor mij
is geld er wel, maar nooit in hopen.
Over de auteur
Bart Stouten (Sint-Truiden, 1956) is licentiaat-vertaler en radiomaker bij Klara. Zijn laatst verschenen bundels bij Uitgeverij P waren Tussen dood en herleven (2012) en Ongehoorde vragen (2013). Zijn gedichten werden meermaals gepubliceerd in tijdschriften zoals Poëziekrant en Het liegend konijn.
jancorbeels – :
Op zijn bekende manier pakt hij de verschillende onderwerpen aan, vertraagt het beeld en zoomt in. De hectische gejaagdheid van de financiële wereld en het snelle winstbejag contrasteert hij met een traditioneel gezet kopje koffie. (…) Stouten is de man van de poëtische observatie, van stilstaan en verwoorden wat een ander allang niet meer opmerkt. De dichter dwaalt door Antwerpen en noteert wat hij tegenkomt. (…) Met van fooi tot bankgeheim bevestigt Stouten opnieuw dat hij een dichter is van de fijnzinnige observatie, een dichter van handgemalen doorloopkoffie en niet van fancy voorverpakte capsules.
Met Van fooi tot bankgeheim bevestigt Stouten opnieuw dat hij een dichter is van de fijnzinnige observatie, een dichter van handgemalen doorloopkoffie en niet van fancy voorverpakte koffiecapsules.
Poëziekrant