Het wachten bezingen
Steeds opnieuw beschrijft Schouwenaar cirkels rond de tijd. Als een glimlachend roofdier, de vlijmscherpe tanden slechts portieren van het wezenlijke wapen, speelt zij in Het wachten bezingen wederom met de tijd die zich niet laat vangen. De dichteres kleedt het moment aan met taal, de jurk die ze zo vakkundig weeft, is even diep geschakeerd als luchtig om dragen. Zo tot stilstand gebracht, wordt het vers een monument waarin de lezer even mag verpozen.
In 2009 werd een gedicht van haar hand in graniet in een brug gelegd. Dat beeld geeft precies weer waar het bij Schouwenaar om gaat: de tegenstelling tussen hier en daar, tussen de beweging die de brug impliceert en de eeuwige stilstand van het granieten blok, op zijn beurt een stom voorwerp dat tot spreken wordt gebracht. Zo zijn ook haar gedichten. Schouwenaar beseft als geen ander dat het leven, de taal en de tijd zich slechts in de witruimte laten zien, knipogend. Immers, taal is het woord niet.
Knipsel
De brug, de hand tussen hier en daar,
het stenen zetje naar de overkant
waar wens en niet gebeurd woont
in stille hoop en groener gras.
Over de auteur
Margreet Schouwenaar (Schagen, 1955) kende reeds grote successen met haar dichtbundels. Tot haar oeuvre behoren onder meer Valtijd, De Drempel die Vertrek is, Bezijden tijd en Talen naar de val. In 1991 werd zij genomineerd voor de Cees Buddingh’prijs en in 2009 werd ze benoemd tot stadsdichter van Alkmaar.
Recensies
Er zijn nog geen reviews.