Dorpen van zinsbedrog
In 2016 is het een eeuw geleden dat de Franstalig Vlaamse dichter Emile Verhaeren overleed. Het is niet meer dan gepast dat er in dit Verhaerenjaar een vertaling verschijnt van Les Villages illusoires. Dichter-vertaler Stefaan van den Bremt vertaalde de bundel voor het eerst in zijn totaliteit naar het Nederlands.
Les Villages illusoires verscheen voor het eerst in 1896, toen Emile Verhaeren 41 jaar oud was. Tijdens zijn leven werd de bundel tot driemaal toe herdrukt. Verhaeren affirmeert zich hier als een van de belangrijkste met het tijdsgewricht begane dichters door zich meer te richten op het maatschappelijk gebeuren. De originele prenten van Henri Ramah, die in deze bundel eveneens werden opgenomen, maken van dit boek een echt verzamelobject.
Knipsel
De regen
Lang als draden zonder einde, lijnt de lange regen
Aanhoudend, tegen grijze daglichtvegen,
Groene ruiten met zijn lange, grijze strepen,
Eindeloos, de regen,
Ellenlang aaneengeregen
Regen.
Sijpelt neer, sinds gisteravond,
Uit de weke wolkenlompen
In de hemel, zwart als raven.
Sijpelt neer, gestaag, en zompen
Zijn de wegen sedert gisteravond;
Op de wegen, in de stegen
Neer komt hij gezegen.
Met de mijlen, afgemeten,
Langs de akkers naar de voorsteden
Over eindeloze kronkelpaden,
Moeizaam, met hun dampend, zwetend span,
Of een rouwstoet voorbijkwam,
Trekken boerenkarren, volgeladen;
En de karrensporen, recht als voren,
Die zo lang en evenwijdig wijken
Dat ze ’s nachts tot in de hemel reiken,
Zuipen water urenlang;
En de bomen en de huizen huilen:
Voor de regen kunnen zij niet schuilen
En de regen gaat zijn gang.
Over de auteur
Stefaan van den Bremt (Aalst, 1941) mag ondertussen een autoriteit genoemd worden wat de Verhaeren-vertalingen betreft. Hij debuteerde als dichter in 1968 en publiceerde tot nog toe meer dan twintig eigen poëzietitels en tal van vertalingen uit het Frans, Spaans en Duits. Vorig jaar verschenen van Van den Bremt zijn Kromzang en Tuin van de liefde. Getijdenboek, een vertaling van Verhaerens trilogie Les heures, het licht. Woord vooraf door prof. dr. David Gullentops en nawoord door prof. dr. Lieven D’hulst.
De Franstalige dichter Emile Verhaeren (1855 -1916) is een naam in de wereldliteratuur. Zijn vernieuwende poëzie en zijn kunstessays maakten hem tot dé vertolker van het literaire, artistieke en sociale leven van de jaren 1900. Hij stond bekend als een boegbeeld van de symbolistische stroming, maar door zijn sociale en humanistische opvattingen gaf hij er een heel aparte invulling aan. Hij was de dichter van de ‘tentaculaire’ grootstad, maar tevens de heraut van het vooruitgangsoptimisme.
Hij schreef ontroerende liefdesgedichten en wijdde een vijfdelige cyclus aan zijn Vlaamse vaderland. Reeds bij zijn leven genoot hij Europese roem: hij maakte literaire tournees door Duitsland en Rusland en werd een aantal keren voorgedragen voor de Nobelprijs literatuur. Hij was nauw bevriend met schrijvers en kunstenaars als Van Rysselberghe, Signac, Rodin, Ensor, Gide, Rilke, Zweig… Deze laatste roemde hem als één van de grote dichters van zijn tijd.
Nele Lambrichts – :
Een geweldige uitgave is Dorpen van gezichtsbedrog (Uitgeverij P), de Nederlandse vertaling van Les villages illusoires van Emile Verhaeren uit 1895. De bundel bevat onder meer het beroemde en dramatische gedicht ‘Le passeur d’eau’, of ‘De veerman’. De vertaling van Stefaan van den Bremt bewijst dat poëzie vertalen zelf ook kunst kan zijn. De inleiding van David Gullentops en het voorwoord van Lieven D’hulst verhogen het leesgenot. Verhaeren blijft een dichter met een uitzonderlijke lyrische kracht die ook in heel concrete beschrijvingen de simpele anekdotiek ver overstijgt.
Rik Torfs, De Standaard der Letteren
Nele Lambrichts – :
Een meelevend vertolkte rondgang! Tussen het voorwoord van prof. Gullentops (thematische ontwikkelingsgang) en het nawoord van prof. D’Hulst (vertaalstrategie) ontvouwt zich het dichterlijk symbolistische universum, doorschoten met vijftien pregnante gravures van Henri Ramah (1887-1947). Een literair-historisch document met tal van verdiepende verwijzingen; een esthetische en intellectuele beleving ineen.
Menno Gnodde, NBD Biblion