Doce Doncellas: Twaalf vrouwenliederen
Doce doncellas brengt schitterende en onverwante flamencopoëzie over witte en zwarte liefde, verzen die niet behagen, maar die zich in de ziel vastbijten. Ivo Hermans kreeg ze in het warme Mérida (Extremadura) te horen van Victor María, de zwerver tussen het zigeunervolk en de burgerij. De doncellas – een ander woord voor meisjes, liedjes van vrouwen en waterjuffers – wilde Victor María niet neerschrijven noch vertaald zien. Hij vroeg Ivo Hermans te luisteren en te onthouden. In zijn geheugen te kneden en herschrijven. De vorm zou veranderen maar de beheksing moest blijven.
Misschien zal Victor María ooit zijn verzen in geschreven Spaans vereeuwigen.
Misschien ook niet. Deze bundel onthult het witte en het zwarte gelaat van de liefde. Het grote risico van vreugde en pijn. Duende. Een gevaarlijk maar betoverend geschenk.
De taal en de symboliek van deze verzen verkennen het zinnelijke tot voorbij de grens van de schoonheid. Zoals de cante jondo, die door zijn onbevallige aard nog niet ten prooi viel aan vormexperimenten en vermengingen. De cante jondo blijft intact in zijn extase. De duende. Zijn vorm en inhoud versmelten in het duel tussen blijdschap en leed. Een strelend gevecht waarbij de onbehaaglijke schoonheid zichtbaar blijft doorheen hoopvo1 verdriet. Waterjuffers boven een koude spiegel.
Knipsel
VICTOR MARÍA,
hij wou de stenen verzuipen
maar de beelden dreven boven.
IVO HERMANS.
Consentida
Laat me niet achter, Consentida,
ook al spuiten de fonteinen van Granada
warme lucht
ook al vallen er ankers
uit de folterende zon
de zwarte zon
die jouw hart van ijzer
tracht te lassen aan het mijne
dat lood werd en damp
in de avondglans.
Over de auteur
IVO HERMANS (Langdorp, 1951) is de auteur van het boek Duende, een relaas over Flamenco (Epo, 1991) en stichtte hij DE KOERIER VAN NAVARRA, een kring rond de Hispanoflamenco-gedachte.
jancorbeels – :
‘Het opschrijven en letterlijk vertalen van de copla’s was voor Victor María uit den boze. Luisteren, onthouden en de essentie ervan in woorden vormgeven, dat was zijn opdracht aan Ivo. Het resultaat is de gedichtenbundel Doce doncellas – Twaalf vrouwenliederen. Geen luchtig boekje om bij weg te zwijmelen. Wel een bundel gedichten die de lezer niet onberoerd zal laten.’ (in Tablao Flamenco, maart 2006)
‘We lezen 12 in beeldrijke taal gevatte geschiedenissen, die een diep en concreet inzicht geven in de geest en de thematiek van de ‘cante jondo’. In deze ‘twaalf vrouwenliederen‘ komen evenveel vrouwen aan het woord, in wie de bekende thema’s van de ‘diepe zang’ verankerd zijn en in tragische metaforen tot uitdrukking komen. Een poëtische introductie tot de oervorm van de flamenco.’ (De Leeswolf, mei 2006)