Beeldenraper/Ramasseur d’images
Poëzie vertalen is poëzie schrijven. Wanneer twee dichters elkaar in taal ontmoeten, ontstaat er iets. Noem het liefde, noem het het geheim van de poëzie zelf.
Carl Norac is al vele jaren een gelauwerde dichter in Franstalig België en in Frankrijk, maar sinds hij in 2020 Dichter des Vaderlands werd, begint ook een breder publiek in Vlaanderen hem te kennen. Hilde Keteleer ontdekte hem meer dan twintig jaar geleden, toen ze op zoek ging naar het werk van Franstalige Belgen en betoverd werd door de kracht van zijn beelden, de sensualiteit van zijn taal. Ze selecteerde telkens één cyclus uit de vijf bundels die hijzelf graag in de bloemlezing zag opgenomen, omdat ze een afgeronde periode uit zijn leven en oeuvre vormen.
Noracs beeldenwereld ontstaat door wat hij opraapt in de natuur en tijdens zijn reizen. Hij observeert mensen en relaties, de zijne incluis, en zet die om in aardse en in etherische klanken en geuren, in een taal die ciseleert en beeldhouwt. Hij jankt en bijt, hij ademt en streelt, in woorden die hij steelt uit mythologie en metrostations.
Knipsel
Over de auteur
Carl Norac (°1960) heeft een vader die schrijft (Pierre Coran) en een moeder die actrice is. Hij publiceerde een tiental poëziebundels (Éditions de la Différence, L’Escampette) en talrijke dichtbundels en verhalen voor kinderen, die tot dusver in 47 talen werden vertaald. In 2009 ontving hij de Grand Prix de la Société des gens de lettres. Zijn op muziek gezette poëtische teksten werden o.a. opgevoerd in de Munt in Brussel en de Philharmonie de Paris. Sinds 2017 draagt een Franse school in de Loiret zijn naam. In 2020-2021 is hij de Belgische Dichter des Vaderlands/Poète National. Recente dichtbundels: Une valse pour Billie (L’Escampette), Poèmes pour mieux rêver ensemble (Actes Sud), Journal de gestes/Gebarendagboek (Maelström/Poëziecentrum). Na twintig jaar in de Loiret woont hij nu in Oostende, dicht bij de golven.
Hilde Keteleer (°1955) is literair vertaler uit het Frans en het Duits in het Nederlands, dichter en romanauteur. Ze publiceerde twee romans en vier dichtbundels, waarvan de jongste, Weg van de tijd, in 2019 verscheen bij Uitgeverij P. Ze introduceerde de gedichten van Carl Norac in Vlaanderen in het tijdschrift Deus ex Machina.
Nele Lambrichts – :
Ik was blij verrast door de opdracht aan mij in uw bundel La candeur, waarin ik diep getroffen werd door de toon, de beelden, de zoektocht. Als u geen acht wil slaan op mijn elementaire Frans, verheug ik me op een ontmoeting in Mons.
Uit de eerste brief van Hugo Claus aan Carl Norac
In de poëzie van Norac ontmoet Voltaire Rimbaud.
Pierre Mertens, Le Soir
Carl Norac schrijft met de ogen wijd open. Hij vangt het moment, steelt een gezicht, een houding of een zucht en legt die in een paar verzen aan de voeten van de lezer zodat die wordt aangetrokken door de luchtige en muzikale rondingen. In een oogwenk vereeuwigt hij het ogenblik, geeft hij de tijd het nakijken en laat hij zien wat we niet meer of niet voldoende meer zien. We lezen er de wereld in, en vooral de innerlijke geografie van een mens en een schrijver: een manier om naar de ander te kijken en hem te beschrijven.
Martine Laval, Télérama, over Métropolitaines
Een oproep tot opstand: koop de geciseleerde juweeltjes van Métropolitaines en vergeet de Elementaire Deeltjes.
Eric Naulleau, Au secours, Houellebecq revient !, Chiflet et Cie, 2005
Een grote belofte voor de Franse poëzie.
Alain Bosquet in Le Figaro over Dimanche aux Hespérides
Het midden tussen het aardse en het hemelse, tussen het zinnelijke en het bovenzinnelijke.
Florence Noiville in Le Monde