Goldbergvariaties
In 1741 publiceert J.S. Bach een klavierboek voor ‘liefhebbers, ter verstrooiing van hun gemoed’. Op het baspatroon van een simpele aria verzint hij dertig variaties, telkens met een ander karakter: nu eens dansant, dan weer briljant of ingetogen. Maar of Bach nu een speels menuetje schrijft of een virtuoze polonaise, altijd weer zingt op elke bladzijde de beginaria mee, verborgen in het baspatroon. Alles met elkaar verbindend, als de sluitsteen van een kathedraal.
De Bruyn schreef deze reeks gedichten naar Bachs Goldbergvariaties, zonder dat ze daar een adaptatie van willen zijn. Wel verkennen ze een aantal muzikale technieken, in een poging poëzie de allure mee te geven van een allegro, de snit van een sarabande, de cadans van een walsje in mineur. En net als bij Bach begin-nend en eindigend met dezelfde aria, de basso ostinato die van meet af aan alle leven begeleidt: de dood.
Knipsel
aria
een aria als dans
op de stapstenen van een lied
de speeldoos van een sarabande
begint en eindigt niet
een aria als alibi
alibi cantabile voor verdriet
de speeldoos van een sarabande
begint en eindigt niet
een aria als spitsboog
hoge vlucht in een verborgen taal
in de eerste stapsteen ligt
de sluitsteen van een kathedraal
een aria als dans
op de stapstenen van een lied
de speeldoos van een sarabande
begint en eindigt niet
Over de auteur
Guido De Bruyn (Asse, 1955) won in 2012 en 2014 de poëzieprijs CC Boontje, was eerder ook tweemaal laureaat van de Klara-poëzieprijs en werd bekroond als verhalenschrijver. Bij Uitgeverij P verschenen in 2004 zijn debuutbundel Het achterwerk van het geluk, in 2006 zijn vertaling van Shakespeares Sonnetten, in 2007 het voor de Herman de Coninckprijs genomineerde Het huis Augustus, in 2010 Een steen in Lissabon, in 2011 Apenverdriet en Blakte in 2014.
Recensies
Er zijn nog geen reviews.