Winkelmand bekijken “Lapland. Het lege land” is toegevoegd aan je winkelmand.

 17,23

Kiosk

Auteur: Hans M. Enzensberger René Smeets

Uit de in 1995 verschenen dichtbundel Kiosk blijkt dat bij Enzensberger de meest eenvoudige waarneming aanleiding kan geven tot onverwacht diepzinnige beschouwingen.
Maar ook de onvrede met de moderne maatschappij zit er onderhuids nog altijd diep in, getuige de eerste cyclus van deze bundel Tendentieuze geschiedschrijving. Thema’s als de oorlog in Bosnië, moordaanslagen op Turkse immigranten in Duitsland, de alomtegenwoordige honger, de rijken, de wapenmakers, het marxisme, de vluchtelingenstromen, leveren stof voor sterke actualiteitspoëzie, waarbij de boodschap de vorm niet wegdrukt.

Maar van steen is de dichter zeker niet: ontgoocheling, heimwee, afstandelijkheid, een poging om gevoelens te nummeren, de sensatie van een warme douche e.a. komen in het tweede deel Gemengde gevoelens aan bod.
In de derde cyclus Amusement onder de hersenpan komt Enzensbergers aloude wetenschappelijke interesse duidelijk boven drijven in gedichten over o.m. het zenuwstelstel, de stembanden, een hommel, het complexe gebeuren van het uitspreken van de letter ‘a’.
In het slotdeel, In zweefvlucht, krijgen de grote vragen des levens voor het eerst een voorname plaats in Enzensbergers poëzie. Sommigen zullen deze gedichten provocerend vinden, anderen zullen de speelse, sceptische toon waarderen.

Knipsel

Natuurlijk zijn wij er allemaal
resoluut tegen,
principieel.
Maar wanneer dan de stad
blauwig beeft, ’s nachts
het zomerse onweer
door kreunende bomen zengt,
ramen barsten,
brandweerwagens loeien,
het water gewelddadig
op de dakpannen hamert –

Ah! Wat een weldaad,
tien tot de vierde megawatt,
waaraan wij geen schuld hebben,
en die wij, weerloos,
in ons warme bed,
over ons heel laten gaan.

Over de auteur

Hans Magnus Enzensberger (Kaufbeuren, 1929), één van de grootste naoorlogse Duitse schrijvers, is een bijzonder bezige bij en een ontzettend veelzijdige literator. Hij heeft vooral naam gemaakt als dichter en essayist. Enzensberger was in de jaren zestig en zeventig een van de intellectuele boegbeelden van links in West-Duitsland. Hij was de man die de teksten schreef waarmee de discussie werd gestoffeerd over de atoombewapening, de Duitse deling, de bewustzijnsindustrie, het milieu... Veel van zijn vroegere standpunten heeft hij inmiddels verlaten. Zelf heeft hij altijd elk etiket geweigerd en ziet hij zichzelf het liefst als de onafhankelijke intellectueel die zich graag met alles moeit, maar voor geen enkele kar te spannen is. Ook in zijn poëzie is Enzensberger sterk geëvolueerd. De woede die zijn eerste bundels bijzonder scherp én sterk maakte, is inmiddels wel weggeëbd, maar de ironie en het sarcasme blijken onsterfelijk. Enzensbergers poëzie van de jaren negentig, die in Kiosk een hoogtepunt bereikt, wordt door de Duitse kritiek bestempeld als een 'poëtisch vademecum voor tijdgenoten'. Maatschappijkritisch is ze nog steeds, maar ze heeft niet langer behoefte aan grootsprakerigheid of gelijkhebberigheid. Rake observatie en een grote dosis dichterlijk vakmanschap volstaan voor onvolprezen gelegenheidspoëzie die veel verder reikt dan haar neus alleen maar op het eerste gezicht lang is. Enzensberger is de enige ware erfgenaam van Bertolt Brecht in de Duitse literatuur. René Smeets (Leut, 1956) maakte een knappe vertaling van deze bundel vol glanzend geslepen taalparels die een nieuw hoogtepunt betekent in de toch al rijk geschakeerde poëzie van Hans Magnus Enzensberger. Smeets studeerde Germaanse filologie en filosofie. Tot 1994 was hij beroepsjournalist, laatstelijk als adjunct-hoofdredacteur van Onze Tijd. Nu is hij vertaler bij de Europese Unie. Hij publiceerde literaire vertalingen uit het Frans, het Duits en het Engels in diverse literaire tijdschriften.

Recensies

  1. :

    ‘Zonder meer een nieuw hoogtepunt van Duitslands grootste naoorlogse dichter.’ (Standaard der Letteren)

    ‘Weinig dichtbundels vertonen zo’n afwisseling van taalregisters en dichtvormen en bestrijken thematisch zo’n breed spectrum. (…) Met deze bundel doet Enzensberger zijn naam van ‘enige ware erfgenaam van Brecht’ alle eer aan. Dat de gedichten uitstekend vertaald zijn, kan de lezer op elke bladzijde controleren. (…) Een uitgave die in alle opzichten ‘af’ is.’ (LeesIdee)

    ‘Enzensberger is een onvergelijkbare taalbricoleur.’ (TijdCultuur)

    ‘Ogenschijnlijk eenvoudig geformuleerde, maar moeilijke, indringende én verhelderende poëzie.’ (Kreatief)

    ‘(…) sterke actualiteitspoëzie, waarbij de boodschap de vorm niet wegdrukt.’ (De Vrijzinnige Lezer)

    ‘Enzensberger lezen is nadenken en voelen, de woorden proeven, gedichten als gedachten, gedachten als gedichten, beeldend, speels, beweeglijk – ook in deze geslaagde vertalingen.’ (NBD)